dinsdag 30 augustus 2011

Dinsdag Dicht (28)


Warning

When I am an old woman I shall wear purple
With a red hat which doesn't go, and doesn't suit me.
And I shall spend my pension on brandy and summer gloves
And satin sandals, and say we've no money for butter.
I shall sit down on the pavement when I'm tired
And gobble up samples in shops and press alarm bells
And run my stick along the public railings
And make up for the sobriety of my youth.
I shall go out in my slippers in the rain
And pick flowers in other people's gardens
And learn to spit.

You can wear terrible shirts and grow more fat
And eat three pounds of sausages at a go
Or only bread and pickle for a week
And hoard pens and pencils and beermats and things in boxes.

But now we must have clothes that keep us dry
And pay our rent and not swear in the street
And set a good example for the children.
We must have friends to dinner and read the papers.

But maybe I ought to practice a little now?
So people who know me are not too shocked and surprised
When suddenly I am old, and start to wear purple. 




Jenny Joseph
Haar gedicht 'Warning' uit 1961 inspireerde tot het onstaan van de Red Hat Society.

vrijdag 26 augustus 2011

10.000 pageviews

De prijs is inmiddels uitgereikt. Sneller dan ik had verwacht. Ik zat vanmiddag met de laptop op schoot, het was nog een soort spannend, te kijken hoe de teller versprong: 9996 ... 9999 ... 10.000 ... 10.001, haha.
Frans, gefeliciteerd, de tegoedbon is naar je onderweg!



donderdag 25 augustus 2011

Bijna 10.000!


Ik heb op mijn blog twee tellertjes die het aantal pageviews aangeven.
De eerste is van Blogger en de tweede van Statcounter.
De aantallen verschillen omdat ik de Statcounter op een later tijdstip heb ingesteld en ik denk dat ze op verschillende wijze tellen.
De Bloggerteller staat op het moment dat ik dit schrijf op 9862.

Als je mijn blog leest en je ziet op deze teller het getal 10.000 staan, maak daar dan een foto van, mail die naar me en meld je aan bij ontdekkers (volgers).
Ik verloot onder de deelnemers een prijsje: ik betaal twee drankjes voor je in Café Marleen in Groningen.


dinsdag 23 augustus 2011

Dinsdag Dicht (27)


Gedicht

Zo één te schrijven: als een handschoen
over vingervlugheid, maar traag, traag.
Zéker van de koude daarbuiten
en dat het hiér warmer moet blijven.

Zo één te drukken: eerlijk en durend,
ook al sneeuwt het vraagtekens.
Eén voor alle tijden, waar geen maat
op staat, een eeuwige afdrager.

Zo één die past op de leest
van gemoed, gewogen tot op de gram
en net niet te dicht bevonden
door al wie regelmatig leest.

Geef me die hand, dat gedicht.
Het moet als een huid over huiver
schuiven en bevatten wat niemand
kan zeggen of schrijven.

Het moet beklijven.





Dit gedicht heb ik uit De 100 beste gedichten van 2000 en is uit de bundel Linkerhart van de Vlaamse schrijver Joris Denoo.



zaterdag 20 augustus 2011

Dichtkennis (2)


Nou, ik heb me wel iets op m’n hals gehaald, verdiepen in de dichtkunst.
Daar ben je wel een poosje zoet mee. Maar vooral lastig ook: daar iets over schrijven, de juiste woorden vinden om een gevoel te verklaren.
Als je me vraagt maak eens een visualisatie van een dichter, dan krijg ik een plaatje in mijn hoofd van een vriendelijke, zachtaardige, wat zonderlinge man. Iemand die op een zolderkamertje zit, met hartepijn peinzend uit het veluxraampje staart. Dat slaat natuurlijk nergens op.

Ik heb zes dichtbundeltjes in mijn boekenkast staan. Dat is gelukkig niet veel, het is voorlopig genoeg. Eerst deze weer herontdekken, dan verder.
Drie heb ik ooit cadeau gekregen en drie zelfgekocht. Eén van die drie zelfgekochte was ik helemaal vergeten, hij stond in de tweede rang (u weet nog, dubbele rijen in mijn boekenkast). Het is een bundeltje van de Stichting VSB Poëzieprijs: De beste gedichten van 2000 gekozen door Theo de Boer. Toch niet niks, zou je denken.

Hoe kom ik er aan? Gek is dat, ik weet het niet meer. Niet cadeau gekregen, want het prijsje zit er nog op (ƒ 20,50 / € 9,30). Dus ik heb in het jaar 2000 een boekje met gedichten gekocht. Veel geld wel, voor zijn dun boekje. Waarom? Ik was er toen niet zo mee bezig. Gedichten raakten me wel, maar vaker vond ik het elitair, arrogant ego-gedoe, want ik snapte er niks van.

Dit boekje deed me toen zeker iets? In de inhoudsopgave heb ik met potlood puntjes bij 21 van de 100 gedichten gezet. Die vond ik toen blijkbaar mooi.
Ik had het boekje mee, in de trein naar Groningen, afgelopen zondag, dus heerlijk 135 minuten de tijd om te lezen. Die 21 aangevinkte gedichten vind ik nog steeds of opnieuw weer erg mooi.
Ik ga niet ‘slordig lezen’, ik lees naast deze voorkeur ook de andere gedichten en probeer een antwoord te vinden waarom het ene me wel aanspreekt en het ander niet. Zegt het iets over het gedicht of zegt het iets over mij?

In het voorwoord van dit boekje staat: Gedichten lezen is gedichten herlezen. Herlezen bleek ook de meest praktische maatstaf voor het beoordelen. Wanneer één keer lezen volstaat, vervliegt het gedicht.
En: Veel lezers worden geïrriteerd door ‘moeilijke’ gedichten. De dichter zou zijn werk met opzet duister maken.

Ik begin netjes bij het eerste gedicht en het gaat al gelijk mis. Ik lees en lees en lees nog eens en snap er geen hout van. Ik probeer het echt ...
Er schieten vragen door mijn hoofd die me afleiden van de tekst. Waarom  zulke onleesbare zinnen, waarom die woorden, waarom die lay-out, met (voor mij) onduidelijke inspringingen en gebruik van rechte haakjes? Ik zit toch geen wiskunde te lezen!
Het voelt alsof ik een pot met woorden uit m’n handen heb laten vallen, ze op de grond alle kanten zijn uitgerold en ik wanhopig de leesbaarheid probeer terug te vinden.

Doorbladeren maar en dan gelukkig ook weer de mooie gedichten tegenkomen, hè ik moet er een beetje van zuchten. Waarom roepen ze toch zulke verschillende emoties op?

Een voorbeeld, deze van Jozef Deleu: uit de bundel Hazen troepen samen.


Waar het op aankomt

Waar het op aankomt
de trein die niet

voortijdig stopt
in het station
de zon die niet ongezien
wegzinkt in zee.

Waar het op aankomt
een werkwoord vervoegd
in een goede zin
een vraagstuk opgelost
zonder vermogen
en zonder verlies.

Waar het op aankomt
een verlicht meer
en verliefd tot over

de oren. Het gaat voorbij
maar er blijft
overschot.

Waar het op aankomt

gerijpt in een eiken
vat reisvaardig
voor de overtocht
zonder overkant
als het moet.


Om me verder te bekwamen in en het begrijpen van de dichtkunst lees ik op internet ook wel literaire blogs e.d. Dat beeld van die dichter op zolder moet ik wel loslaten. Er verschijnt soms zelfs een beeld van wat nare, betweterige mannetjes voor mijn geestesoog. Wat kunnen ze elkaar afkraken! Dat geeft me een beetje dubbel gevoel ... dat doe je toch niet.
Kan je het vergelijken met schilderkunst? Ook daar heb je het: het ene spreekt je aan, het andere niet.
Zodra een deskundige uitleg geeft, bekijk je het opeens heel anders.

Als je op Wiki kijkt bij dichtvormen raak je helemaal zoek. Wat zijn er veel vormen! Weleens van een ‘flarf’ gehoord? Dacht je dat een ‘ollekebolleke’ iets simpels was? Vergeet het maar!
Echt vergeten hoor, want als ik me nu ook ga afvragen wat voor vorm het is, raak ik de weg helemaal kwijt.

Ik ben geen dichter, zelfs geen amateurdichter. Ik vind het wel leuk om zelf eens een haiku, een oude dichtvorm uit Japan, te schrijven. Als ik het ergens naar mijn zin heb, lekker buiten, dan willen ze nog eens zomaar ontstaan.

Tot ik bij Literatuurlog de ‘Nederlandse vereniging ter bestrijding van de haiku’ tegen kwam: Men noemt het daar een volstrekt overbodige vorm van poëzie en knutselpoëzie. Is het humor of gemeend?
Ik begon te twijfelen over mijn eigen maaksels. Zijn ze stom?
Voelde ik me aangesproken?
Alsof je bij Karel Appel zegt, dat kan mijn kleinkind ook…

Ach, welnee, het maakt me niet uit. Ik word toch wel blij van een zelfgemaakte haiku. De interesse is er, ik lees gedichten die op mijn pad komen, ik lees de literaire blogs… ik leer er ook wel van, maar ik moet vooral naar mijn gevoel luisteren en me niet zoveel aantrekken van de (eigen)wijze mannen.

Hoe kies ik dan een dichter in wiens gedichten ik me wil verdiepen? Ik zou bijvoorbeeld criteria kunnen aanwenden als: hij moet Belg zijn en van het sterrenbeeld stier … of hij spreekt me aan, letterlijk en figuurlijk … of hij is Grunneger en toevallig ook bloedjemooi, kijk dan ben je alweer een poosje van de straat!

Dit is trouwens mijn 200ste bericht!
Ik plaats ook regelmatig gedichten die ik mooi vind, of die iets met mij te maken hebben in label Dinsdag Dicht.
Laat je me eens weten wat jouw gedachten daarover zijn?



zondag 14 augustus 2011

Kleintje Songclub

Café Marleen
Het wordt een natte zondag als we de weersvoorspellingen mogen geloven. Wat doe je dan? De trein pakken naar Groningen, naar het allerleukste café, want daar is vanavond een 'Kleintje Songclub'. Kamer bespreken in BudGett hotel, lekker goedkoop.Voor zo’n kort nachtje doen we niet moeilijk, het is daar prima.

Bud Gett Hotel
Als we in Groningen aankomen, beginnen de terrassen net weer op te drogen, het heeft heel de ochtend geregend, maar als wij de stad inlopen komt de zon tussen de wolken door en kunnen we zelfs terrasjes pakken.
We maken een wandeling door de stad, er staan kraampjes met brocante en ik vind nog een oud roomkannetje voor mijn verzameling.


’s Avond naar café Marleen, altijd gezellig, een fijne avond, met aardige mensen en goeie muziek. We hebben een leuk filmpje gemaakt, maar dat houden we lekker voor onszelf.
Moet je zelf maar eens naar een live-muziekavond bij Marleen gaan!
Tegen vieren naar het hotel voor een paar uurtjes slaap, dan weer trein terug.
Veel plezier, weinig slaap, beetje houten kop, het was absoluut weer de moeite waard.

Hette Gubbels
Bert Hadders & de Nozems



zaterdag 13 augustus 2011

Gedicht

Opeens was het daar, interesse in, of beter gezegd nieuwsgierighied naar gedichten. Nooit eerder in deze mate gehad.
Er kwamen soms wel gedichten voorbij die me aanspraken maar dan vergat ik ze weer. In het verleden ergerde het me om een gedicht te lezen, omdat ik er niks van begreep. Ik wilde gewoon niet geconfronteerd worden met een tekst die ik niet snapte en dus lag het aan het gedicht en niet aan mij, vond ik. Gelukkig word je niet alleen ouder, maar ook wat wijzer.

Voor mijn werk met dementerende ouderen zocht ik vaak wel passende gedichten op internet. Ik heb een mapje samengesteld met allerlei gedichten, versjes en korte verhaaltjes, zodat ik ik altijd wat bij de hand had als zich een moment voordeed om er iets uit voor te lezen. De mensen luisterden stil en aandachtig en vonden het mooi. Even de alledaagse werkelijkheid verlaten om te reizen in de wereld van het woord (citaat uit: ‘Luisteren in je leunstoel’).
De manier van voorlezen is wel belangrijk: Creatief gebruik van stemgeluid, gezichtsuitdrukking, oogcontact en lichaamstaal.

Dus ik bekeek gedichten vooral op geschiktheid voor mijn doelgroep.
Ook probeerde ik wat moeilijkere gedichten, het maakte niet uit of de mensen het begrepen, de woorden of de cadans was vaak al genoeg (zoals bijvoorbeeld Denkend aan Holland van Hendrik Marsman).

Ooit verbaasde een mevrouw me: Van een gedicht wist ze precies de woorden nog. Bij m’n eerste zin ging zij direct het hele gedicht voordragen. Soms was ze even een woordje kwijt, maar als ik dat dan zei, kon ze weer verder. Aan het eind van het gedicht kregen we steevast samen een brok in de keel. Zij waarschijnlijk door de herinnering en ik weer door haar reactie.
Dat gedicht was Winterstilte van Jacqueline E. van der Waals (1868-1922):



Winterstilte
De grond is wit, de nevel wit,
De wolken, waar nog sneeuw in zit,
Zijn wit, dat zacht vergrijzelt.
Het fijngetakt geboomte zit
Met witten rijp beijzeld.

De boom houdt zich behoedzaam stil,
Dat niet het minste takgetril
't Kristallen kunstwerk breke,
De klank zelfs van mijn schreden wil
Zich in de sneeuw versteken.

De grond is wit, de nevel wit,
Wat zwijgend tooverland is dit?
Wat hemel loop ik onder?
Ik vouw de handen en aanbid
Dit grootsche, stille wonder.



dinsdag 9 augustus 2011

Dinsdag Dicht (26)

oude schuur

de oude schuur staat
uit het lood geslagen
scheef en krom
als een bejaarde
met gebogen rug
niet goed meer wetend
hoe zich te gedragen

gebarsten ruitjes
een verroeste klink
vergeten riek en spade
een ladder
en de geur van
stoffig kaf en koren

er valt daar binnen
weinig te beleven
de hooizolder ten spijt
waar thans slechts
rag van spinnen
en gebroken stro
tezamen strijden
om de boventoon

hoog in de hanenbalken
staat nog vaag
jouw naam geschreven



T. Buwe
(pseudoniem van Prof. Dr. Tjeerd B. van Wimersma Greidanus)
Landschap van Verlangen


Deze bundel heb ik gekocht van de schrijver toen hij in 2007, in het verpleeghuis waar ik toen werkte, kwam voordragen uit eigen werk, ondersteund door klassieke muziek. Een mooie avond voor de bewoners en voor mij. Hij heeft het boekje voor me gesigneerd.



zondag 7 augustus 2011

De kersen zijn op

Vanmorgen kijk ik naar de weersvoorspelling, 50% kans op regen. Het wil maar niet vlotten met deze zomer. Ik wilde zo graag lekker gaan fietsen, maar niet in regenpak. We weten een plek waar de allerlekkerste Hollandse kersen te koop zijn, hoewel de kersentijd nu wel voorbij is, hoop ik dat er nog een pondje voor me is.
Bij Levine staat een lekker recept voor kersenkoek, dat lijkt me wel wat.
We kijken naar buiten, de zon schijnt, witte wolkjes, we gaan toch maar op pad.
We fietsen richting Haastrecht en komen langs het Honkbalveld. Het is er leeg en stil, want geen seizoen. Herinneringen komen boven, Zoon heeft daar zeker tien jaar gehonkbald, een leuke tijd was dat.

H.S.V. The Braves


Verder fietsend even naar de mooie koeien kijken en na een goed gesprek met deze dames gaan we weer op de pedalen.




Er zijn veel wielrenners op pad. Wat moet het voor hen lastig zijn, die ‘zondagsfietsers’, die vaak midden op het pad rijden. Ook ik kijk al fietsend veel rond en schrik soms van een voorbijsuizend groepje. Maar zij zitten vast in de klikpedalen, dus zal ik wat beter opletten. Ik wil het niet op m’n geweten hebben dat ze straks in het prikkeldraad hangen.
Gelukkig fietsen de meesten boven op de dijk en wij beneden op het Jaagpad.


We zien rechts een huis wat ooit te koop stond en wat ons toendertijd wel wat leek. Bij nader inzien stond het te dicht bij de provinciale weg, dus altijd verkeersgeluiden.
Trouwens ... de prijs was ruim twee keer zoveel voor iets vergelijkbaars in Groningen en daar heb je wel stilte.



Ook passeren we het klooster van Haastrecht. In een gedeelte van dat klooster is een dagopvang voor mensen met geheugenproblemen, ‘De Kloostertuin’.
Een klein paradijsje voor die mensen, op een unieke plek aan de IJssel met mooie oude notenbomen en een moestuin.
De voormalige refter is nu een gezellige huiskamer. De groep bestaat uit maximaal 7 deelnemers en de maaltijd wordt gezamelijk klaargemaakt met zelfgeteelde groenten.
De mensen doen veel zelf, in de buitenlucht. Ik heb er een dag meegedraaid als vrijwilliger. Wat een verschil met de reguliere dagopvang!
Wat had ik daar graag willen werken. Maar alleen activiteitenbegeleider was niet voldoende, je moest ook bevoegd zijn voor medische handelingen.
De Passionisten bouwden in 1921-1922 het klooster in Haastrecht. In het klooster zelf leven ook nu nog paters en broeders.

Congregatie der Passionisten St. Gabriël

Nu komen we bij de kersen, maar ...



Geen kersenkoek maken dus, dan gaan we maar voor appeltaart.
In Oudewater gaan we op het terras zitten bij Brasserie Joia voor cappuccino met appeltaart.
Het wordt opeens wel heel donker en al gauw vallen de druppels, we verhuizen naar binnen. De appeltaart is aardig, niet eigengemaakt vermoed ik, maar de slagroom is geweldig! Waar tegenwoordig bijna overal slagroom uit de spuitbus gangbaar is, is dit een geweldige verrassing, zo’n stevige ‘quenelle’ van echte slagroom, mmm.


Oudewater

De zon schijnt alweer als we verder gaan.
We rapen onderweg appels op die van de bomen zijn gevallen, dat is toch geen pikken hè, als ze op de openbare weg liggen?



Windkracht 7 en nu hebben we windje tegen.
Als we bij Café Over de Brug in Haastrecht komen, moeten we even uitblazen met een roseetje, op het zonovergoten terras en tussen de stoere wielrenners.


Als we later het bekende terras van Hekendorp passeren, waar bijna elke fietser wel even stopt, zijn we verstandig en fietsen door naar huis.
Uiteindelijk was het toch prima fietsweer vandaag!

Hekendorp
De geraapte appels gaan morgen mee naar het werk, naar de Kookclub, voor de appelmoes.

donderdag 4 augustus 2011

Slordig lezen



Ik lees graag en veel. Ik lees ook vrij snel en daarom misschien niet zo nauwkeurig. Als ik er op let valt het me op dat ik stukken tekst oversla. Dat ik dan een zin maar half lees, omdat ik denk te weten hoe het verder gaat (of ik ga er zelfs naar raden). Of alvast aan een volgende zin beginnen, soms zelfs aan een hele nieuwe alinea. Pas als ik denk: ‘waar gaat dit over?’, willen mijn ogen wel weer even over een stukje tekst teruggaan.

Als ik aan een boek begin, moet het ook zo snel mogelijk uit. Voordeel van slordig lezen is dat ik hetzelfde boek na een paar jaar nog eens kan lezen en dat het bijna weer nieuw lijkt.
Toch probeer ik dat de laatste tijd af te leren, mezelf aan te leren om wat beter te lezen en met mezelf afspreken om een pagina minstens twee keer te lezen, om te kijken of ik wel alles gelezen heb. Dat is niet makkelijk, want soms erger ik me mateloos aan wat ik lees (ik wil weten waarom iedereen het toch zo’n fantastisch boek vond) maar wil gauw doorlezen, want dat kan ik weer aan een ander - wel leuk - boek beginnen.

Lastig is als mensen uit m’n omgeving, die ik toch hoog heb staan, me een boek aanraden en er blijkt voor mij geen doorkomen aan.
Als ik wil begrijpen wat de schrijver nou precies bedoelt lukt dat met mijn slordige manier van lezen natuurlijk ook niet best
Is dit herkenbaar?

Boeken lezen, waarvan iedereen zegt ‘die moet je echt lezen’, daar ben ik maar mee gestopt. Ik loop hopeloos achter. Hoe kan ik nou aan al die nieuwe schrijvers van de laatste jaren toekomen, als ik nog niet eens klaar met de klassiekers die je ook ‘gelezen moet hebben’?
Ik heb gewoon teveel interesses: naast goede boeken, literatuur, wil ik ook graag lezen over bloemen en planten en moestuinen; over mythologie en geschiedenis, over voedsel en koken. En ik ben ook niet vies van het genre wat meestal onder de noemer ‘new age’ valt. Daarnaast wil ik ook een beetje m’n ‘vakliteratuur’ bijhouden, over ouderdom en dementie.
Op dit moment heb ik weer vooral interesse in gedichten. Dat is nieuw voor mij.
Omdat ik de laatste jaren bijna elke nacht wel een paar uur klaarwakker ben, is er wel wat meer tijd om te lezen. Maar het moet op dat tijdstip niet te ingewikkeld zijn.

Dan heb je ook nog boeken, die waarschijnlijk wel goed geschreven zijn, maar waarvan ik de schrijver zo’n afstotend persoon vind, dat hij (of zij) mijn boekenkast absoluut niet in komt. Man ziet liever niet dat ik boeken wegdoe, soms krijgen ze asiel in zijn boekenkast. Het omgedraaide komt trouwens ook voor. Zie ik in het programma ‘Boeken’ een schrijver én aimabel persoon, ben ik geneigd hem te gaan lezen, hoewel ik anders nooit op zo’n boek zou komen. Beter is als ik niks weet van de schrijver, niet weet hoe hij er uit ziet, dat leest zonder vooroordelen

Hoewel ik dus aan de ene kant een snelle, slordige lezer ben, heb ik ook een stapeltje boeken liggen, waar ik al jààààren over doe. Ik vind dat zulke intrigerende boeken, dat ik ze per se wil lezen, hoe moeilijk ook. Als het me lukt om bijvoorbeeld een halve pagina in de week te lezen, ben ik al tevreden.
Er ligger er een paar naast het bed, soms gaan ze mee op vakantie zonder dat ze ook maar opengeslagen worden.
Over enkele zal ik binnenkort in ‘mijn merkwaardige boeken’ wat meer vertellen.

woensdag 3 augustus 2011

Komkommertijd


Vanmorgen vroeg stap ik het terras op en zie deze libel, rustend op een komkommertje.


Klik op de foto voor vergroting, dan zie je de mooie adering van de vleugels met een dicht vakje, genaamd pterostigma, en de prachtige tekening op het lijf. 

dinsdag 2 augustus 2011

Dinsdag Dicht (25)





Nehalennia

Jij, liefste van alle godinnen,
moeder, korenblond, vruchtenvrouw,
vriendelijk, degelijk, recht van zinnen,

standvastig en eerlijk, liefdevol, trouw.

Rijke Germanen en Kelten,
handelaars in graan en drank,
zieden het zout, laten glas smelten,
koken de vissaus, persen de rank.

Rondgejaagd door wind en golven,
roepen ze jou, godinnetje, aan
onder mast en touwwerk bedolven,
bang om met hun schip te vergaan.

Duizenden altaren bij jouw tempel,
spreken van behouden vaart,
wierook geofferd op jouw drempel,
voor alle lading, door jou gespaard.

De afgunstige zee, perfide schuimgod,
nam wraak, en sloopte jouw tempelhuis,

beeldwerk zakte weg in de diepte,
daalde in water, zout en gruis.

Tholen 6, logboek van schipper:
‘Netten gescheurd door stenen aan boord:
zittende vrouw met mantel,
tronend in een schelpenpoort.'



Uit: R.B. Halbertsma, conservator Klassieke wereld:
‘Ik herken mij in jouw woorden',

gedichtenbundel bij de verzameling van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden



De bekendste godinnen vind je in de Griekse, Noordse of Egyptische mythologie.
Maar wist u dat ons kikkerlandje ook een echte godin heeft?
Een eigen inheemse godin: Nehalennia.
Je vindt haar nu in Leiden, in een van mijn favoriete musea, het Rijksmuseum van Oudheden, waar ik elk jaar wel een keer naar toe ga om haar altaren te bekijken.
Binnenkort meer over haar en hoe zij op mijn pad kwam.