zaterdag 12 maart 2011

Gezelschapsdame

Ik werk al jaren in verschillende verpleeg-verzorgingshuizen als activiteitenbegeleider, vooral met dementerende ouderen.
Ook nu werk ik in een zorgcentrum bij de afdeling Welzijn, daarnaast nog als invalkracht in een ander zorgcentrum. Ik werk graag met oude mensen, want hoewel er veel verdriet is, kunnen de mensen ook zo ongelofelijk leuk zijn.


Daarnaast werk ik via een zorgmakelaar ook nog als ‘gezelschapsdame met specialiteit geheugenproblematiek’ een hele mond vol maar, wat ik regelmatig merk, een jaloersmakend baantje!
Daarover wil ik hier nu wat vertellen.

Een dag in de week ga ik naar een oude dame die in een zorgcentrum woont.
Ze heeft het niet zo naar haar zin daar en de familie wil graag dat ik haar mee uit neem. Ik zal haar hier Mw. X noemen.


Mw. X is een krasse, sportieve dame van 86 jaar, en dementerend.
Ik ga nu al een klein jaar wekelijks met haar op stap en we zijn erg gesteld op elkaar geraakt. Ik begin om 10.00 uur en afhankelijk van waar de reis naar toe gaat zijn we om ongeveer 15.00 uur terug.



Zij houdt niet zo van het eten daar in huis, Hollandse pot, dus gaan we altijd lekker lunchen. Zij is wel Nederlandse, maar heeft vroeger in Indië gewoond en vind dat de groente hier te lang gekookt wordt. Ze houdt ook niet zo van brood en aardappels. Gerookte zalm is favoriet, dus dat nemen we ook regelmatig, we hebben een beetje dezelfde smaak. Soms nemen we een wijntje erbij.


Ze weet inmiddels dat ik elke donderdag kom en staat al vroeg op me te wachten. Ze is zo blij me te zien en vrolijk om me heen dartelend is haar eerste vraag meestal: wat gaan we doen, waar gaan we naar toe? We reizen met bus of tram en soms met een regiotaxi.


Nu in de wintertijd gaan we naar een museum (we hebben er al vele gehad), soms een winkelcentrum, maar de maaltijd is het hoogtepunt van de dag.
Mw. X is een mooiweer mens en zodra de temperatuur weer stijgt zitten we het liefst op terrasjes, voor koffie en lunch, van Den Briel tot Scheveningen.
We hebben altijd veel lol met elkaar, en je hebt niet meer in de gaten dat ze dementerend is. Dat is me al vaak opgevallen, ook op m’n andere werk, als je mensen mee naar buiten neemt, bloeien ze helemaal op.

Van al onze uitstapjes maak ik een verslagje met foto’s erbij, voor haar en de familie. Ze is zo trots op haar map en laat het aan iedereen zien.
Inmiddels zitten er al bijna 50 verslagjes in, het is echt een boek vol vrolijke momenten geworden (Je begrijpt wel dat ik ons op de foto’s hier even ‘onthoofd’ heb).


Een keer naar Rotterdam, het was het erg koud, dus maar een korte wandeling en dan gauw de Bijenkorf in. Als we op de parfumerie-afdeling binnenkomen, spuiten we eerst wat Chanel 5 op, ons beider favoriet, en proesten om de zure gezichten van de verkoopsters daar. Dan gaan we hoedjes passen en ik neem foto’s van ons zelf voor de spiegel. Tijd voor koffie met een gebakje. Daarna op de meubelafdeling doen we net of we een bank gaan kopen. We proberen uit hoe ze zitten: nemen we een rode of een groene? Dat je daar zo vrolijk van kan worden! Ze heeft ook een ongelofelijk gevoel voor humor, bij die grote banken zegt ze: dat past bij mij niet, ik woon in een hok!
Bij de kleding trekt mw. X. vooral glitterjurken uit het rek en zegt: Is dit wat voor je? Tijd voor de lunch, groot bord met salade en zalm, daar gaan we allebei voor! Er is niet veel nodig om iemand een fantastische ochtend te geven!


Maar toch, ze is broos. Ze heeft twee weken geleden een kleine TIA gehad, is er wel weer bovenop gekomen, maar het kan een voorteken zijn ….
Toen ik afgelopen donderdag bij het huis aankwam en naar boven keek zag ik dat haar vitrage dicht was, dat was vreemd en ongerust ging ik naar boven.Toen ik op de afdeling de gang inliep kwam ze me niet tegemoet.
In haar kamer zat ze in haar draaifauteuit naar het raam, met haar rug naar me toe. Ze reageerde niet op mijn stem, ik draaide haar naar me toe, ze was apathisch, sprak wartaal en zag dingen die er niet waren. Ik ging een zuster halen. Bloeddruk meten, urine nakijken, de arts zou over een half uur komen (dat werd anderhalf uur). Ik bleef bij haar en hield haar handen vast. Heel langzaam zag ik haar ogen weer wat helderder worden. Na zo’n twee uur werd ze weer een beetje de oude. De arts kwam, luisterde naar hart en longen en gaf aan dat er met een medicijn gestopt zal worden. Ik heb er geen verstand van maar ik begreep dat dit soms door dit medicijn veroorzaakt kan worden.

Ik nam haar mee naar buiten, het was wel koud, maar goed aangekleed toch even een frisse neus halen. Het deed ons allebei goed. We gingen maar in het restaurant van het zorgcentrum eten. Het hoogtepunt van de dag: het donderdagmenu, erger hadden we het niet kunnen treffen. Het voorgerecht: zoute koninginnesoep die vooral naar meel smaakte. Er werd gevraagd of men het hoofdgerecht voor ons zou halen, ik zei we gaan zelf wel even kijken, dat vond men fijn, want het was veel werk al die bordjes vol scheppen en serveren. Ik werk zelf in zorgcentra, ik weet hoe het gaat.
Het hoofdgerecht: keuze uit rundvlees of kip, gekookte aardappels of puree en de groente keus uit hete bliksem of postelein.
De hete bliksem was wel lekker, maar dat is toch geen groente? Mogen we daar wat postelein bij? Degeen die opschepte zei: dat zijn dan twee groentes bij elkaar. Ik zei maar hete bliksem bestaat toch voornamelijk uit aardappel, daar hoeft toch niet nog eens aardappels of puree bij. Ik keek hem vragend aan, je zag hem denken: lastig die mensen, maar hij ging overstag. Is er ook rauwkost? Nee, dat is op woensdag. O.
Graag het rundvlees erbij, sorry … dat is op, nou dan dus de kip. Het zat in dezelfde jus, dus proefde je waarschijnlijk toch geen verschil.
Tja … postelein, ik keek naar de groene smurrie, proefde en zat met een klap terug in mijn jeugd. Mijn moeder kookte het toen ook al tot snot, en in de instellingskeuken nu dus ook nog. Ouderen willen dat zo, dat zijn ze gewend, ja, ja.
Behalve dat het totaal dood gekookt was, leek de smaak nog het meeste op modder en zo rook het ook.
Ik keek naar Mw. X en zag dat ze het met berusting langzaam opat. Ach lieve schat, ik hoop echt dat ik volgende week weer lekker zalm met je kan gaan eten!