vrijdag 8 april 2011

Vrije middag

Na het werk snel terugfietsen, onderweg wat boodschappen doen, het is prachtig weer, dus gauw de zon in.
Klaarzetten: ligstoel in de zon, kussen erop, parasol erbij, boekje, pot thee, flesje water en schaaltje met nootjes.
De parasol zo neerzetten dat hoofd in de schaduw is, om te kunnen lezen, de rest mag in de zon, vooral die nog winters witte benen.
Pas als daar wat kleur op zit, mogen deze weer bloot, los van wel of niet rokjesdag.


Het dakterras is nog wat kaal, maar het begin is er, de eerste bloemen na de krokusjes zijn een paar Vergeet-me-nietjes en de sering bloeit bijna.

Vergeet-me-niet

Sering

Vader merel verschijnt weer op zijn badderplekje, de dakgoot met een laagje regenwater, en vliegt luid scheldend weg als hij mij in het oog krijgt. Ook de koolmezen vliegen verschrikt weer weg als ze mij in de smiezen krijgen. Het dakterras moet weer gedeeld worden.
Recht tegenover mij hangt een nestkastje, nog nooit bewoond weliswaar, maar wat wel veel kijkers trekt. Een pimpelmees vliegt erin en gluurt door het gat naar me. Ik hou mijn adem in, probeer mijn fototoestel met zo weinig mogelijk beweging te pakken, maar frrrrr weg is hij, naar een boom verderop om daar mobiel te bellen.
Het wilgje loopt uit en de acer begint te bloeien met zijn bijna onzichtbare groene bloemetjes. Ik ontdek een minuscuul kiempje bij de pas gezaaide lathyrus.

Wilg

Acer
Een meeuw vliegt over met haar kenmerkende geluid, wat me altijd aan Bretagne doet denken. Ik speur de hemel af, ze zullen binnenkort weer komen, de gierzwaluwen. Vogels die met hun komst een geluksgevoel kunnen veroorzaken.

Terwijl ik hier zo lig, met het boekje van Martin Bril, zak ik steeds weg in hazeslaapjes vol met surrealistische dromen. Als ik wakker word omdat de zon in mijn gezicht schijnt, sta ik loom op om de parasol te verplaatsen, nog een kop thee in te schenken en met een zucht weer ga liggen om verder te lezen. Meer is niet nodig!

Hoewel ... een beetje antizonnebrand was wel verstandig geweest.