zaterdag 25 juni 2011

Poëzie en Architectuur

Na het feest van Lou, gisteren, lopen we terug naar ons hotel. Het was handig dat we dit hotel ruim op tijd geboekt hebben. Alle hotels in Groningen zijn vol. Wat is er veel te doen! Behalve Swinging Groningen, Tuin- en Kunsttiendaagse, Dag van de Architectuur, Hoofdstad van de Smaak is er ook nog de TT in Assen. Ook in ons hotel zitten motormuizen. Gisteravond niet gegeten, behalve een broodje in de trein, omdat ik gelijk door naar het feest wilde. Niet zo slim als er gedronken wordt. Man noemde dat een ‘beginnersfout’. Als we deze morgen door het kabaal van die grote brommers wakker worden, met hoofdpijn en lamlendigheid, bedenk ik dat we op zoek moeten naar kippensoep, dat hielp vroeger ook altijd. We gaan bij La Place eten. Jammer dat het vandaag een grijze, miezerige dag is, anders hadden we op het dakterras van V&D kunnen zitten.

Dakterras La Place V&D

Na een flinke kom antikatersoep en een paracetamolletje zijn we weer in vorm voor het vervolg van ons programma.
We gaan mee met een Poëziewandeling van de Tuin- en Kunsttiendaagse.
De wandeling voert langs een aantal bijzondere hofjes waar gedichten worden voorgedragen. Onze gids Koos haalt ons op bij het VVV.


Onze Wandeldichter Klaas Hofstra
De dichter Klaas Knillis Hofstra is zelf bewoner van een eeuwenoud hofje in Stad, hij dicht in het Nederlands en in het Stellingwerfs. Hij brengt tijdens de wandeling behalve eigen werk ook enkele toepasselijke gedichten van andere (Groninger) schrijvers ten gehore. Het miezert en eigenlijk past dat wel bij de wandeling en de gedichten. Het is in ieder geval niet erg dat de zon niet schijnt.
Voor het huis van W.F. Hermans
De wandeling wordt muzikaal afgesloten in een van de mooiste tuinen van de stad, de Prinsentuin, door Arnold Veeman met een aantal van zijn prachtige liedjes in het Gronings, ook mijn favoriet Mien lutje laif. Wat een stilist is die man!
Prinsentuin
Arnold Veeman
De regen gaat gestaag door, na het optreden van Arnold Veeman zoeken we een droge plek op, en komen langs ’t Feithhuis, daarbinnen ziet het er gezellig uit. We zitten daar een wijl en lezen alle beschikbare kranten uit.


Ik bekijk de menukaart en zie, heel spannend, Boerenslakken uit Zuidbroek staan, een spies van gefrituurde slakken met een knoflooksoepje en witlofsalade.
Even kom ik in de verleiding om avontuurlijk te zijn, maar de herinnering aan een onprettige ervaring van weleer, escargots à la bourguignonne, wat leek op stukjes fietsband in knoflookboter. Waarschijnlijk onterecht, maar ik besluit het niet te doen.
We kiezen voor een ander voorgerecht: Nieuwe Haring, op een gelei van 6 jaar oude jenever met bietensalade en een roggebrood-roomkaasbonbon (8,75). Overheerlijk. Vooral die gelei, nog even met de vinger over het bord om niets achter te laten.


Het regent nu serieus en we lopen snel naar het filmhuis, daar draait in het kader van de Dag van de Architectuur de documantaire Citizen architect.
Uit twee beschrijvingen:

Citizen Architect gaat over de architect Samuel Mockbee (1944-2001) en zijn radicale ontwerpbouw-onderwijsprogramma dat bekend staat als de Rural Studio in Hale County, Alabama. De film toont de inspanningen van Mockbee om toekomstige architecten te trainen met de kennis en passie die essentieel zijn voor de verbetering van de kwaliteit van leven in een gemeenschap. Sociale bevlogenheid en ethische verantwoordelijkheid staan centraal in hun ontwerpwerk voor gebouwen die voldoen aan de behoeften van hun klanten, voornamelijk minderbedeelden. Met minimale middelen worden de ontwerpen gebouwd, voornamelijk met gevonden en lokaal materiaal, waardoor kosten laag blijven en de milieu-impact praktisch verwaarloosbaar is. De resultaten zijn functioneel, maar ook slim en heel prachtig.

Citizen Architect: Samuel Mockbee and the Spirit of the Rural Studio. 
De nieuwe utopie van de architectuur gaat back to basic. De Rural Studio heeft een duidelijk doel: leer ontwerpen voor de mensen die het nodig hebben. Samuel Mockbee’s stagestudio spreekt jonge architecten aan verantwoordelijk te kijken naar het vak dat ze intreden. Want de vraag rijst toch: Hoeveel prachtige, perfect uitgewerkte maar peperdure villa’s heeft de wereld nodig? Koolhaas aspiraties zijn begrijpelijk maar weinig relevant op wereldniveau. Deze festivalfavoriet is niet de preek die het zou kunnen zijn maar een grappige inkijk in een serieuze zaak, met kleurrijke personages en vol inspiratie.

Tot slot nog een cappuccino in café De Oude Wacht en de vermoeidheid slaat toe: bedtijd.