donderdag 4 augustus 2011

Slordig lezen



Ik lees graag en veel. Ik lees ook vrij snel en daarom misschien niet zo nauwkeurig. Als ik er op let valt het me op dat ik stukken tekst oversla. Dat ik dan een zin maar half lees, omdat ik denk te weten hoe het verder gaat (of ik ga er zelfs naar raden). Of alvast aan een volgende zin beginnen, soms zelfs aan een hele nieuwe alinea. Pas als ik denk: ‘waar gaat dit over?’, willen mijn ogen wel weer even over een stukje tekst teruggaan.

Als ik aan een boek begin, moet het ook zo snel mogelijk uit. Voordeel van slordig lezen is dat ik hetzelfde boek na een paar jaar nog eens kan lezen en dat het bijna weer nieuw lijkt.
Toch probeer ik dat de laatste tijd af te leren, mezelf aan te leren om wat beter te lezen en met mezelf afspreken om een pagina minstens twee keer te lezen, om te kijken of ik wel alles gelezen heb. Dat is niet makkelijk, want soms erger ik me mateloos aan wat ik lees (ik wil weten waarom iedereen het toch zo’n fantastisch boek vond) maar wil gauw doorlezen, want dat kan ik weer aan een ander - wel leuk - boek beginnen.

Lastig is als mensen uit m’n omgeving, die ik toch hoog heb staan, me een boek aanraden en er blijkt voor mij geen doorkomen aan.
Als ik wil begrijpen wat de schrijver nou precies bedoelt lukt dat met mijn slordige manier van lezen natuurlijk ook niet best
Is dit herkenbaar?

Boeken lezen, waarvan iedereen zegt ‘die moet je echt lezen’, daar ben ik maar mee gestopt. Ik loop hopeloos achter. Hoe kan ik nou aan al die nieuwe schrijvers van de laatste jaren toekomen, als ik nog niet eens klaar met de klassiekers die je ook ‘gelezen moet hebben’?
Ik heb gewoon teveel interesses: naast goede boeken, literatuur, wil ik ook graag lezen over bloemen en planten en moestuinen; over mythologie en geschiedenis, over voedsel en koken. En ik ben ook niet vies van het genre wat meestal onder de noemer ‘new age’ valt. Daarnaast wil ik ook een beetje m’n ‘vakliteratuur’ bijhouden, over ouderdom en dementie.
Op dit moment heb ik weer vooral interesse in gedichten. Dat is nieuw voor mij.
Omdat ik de laatste jaren bijna elke nacht wel een paar uur klaarwakker ben, is er wel wat meer tijd om te lezen. Maar het moet op dat tijdstip niet te ingewikkeld zijn.

Dan heb je ook nog boeken, die waarschijnlijk wel goed geschreven zijn, maar waarvan ik de schrijver zo’n afstotend persoon vind, dat hij (of zij) mijn boekenkast absoluut niet in komt. Man ziet liever niet dat ik boeken wegdoe, soms krijgen ze asiel in zijn boekenkast. Het omgedraaide komt trouwens ook voor. Zie ik in het programma ‘Boeken’ een schrijver én aimabel persoon, ben ik geneigd hem te gaan lezen, hoewel ik anders nooit op zo’n boek zou komen. Beter is als ik niks weet van de schrijver, niet weet hoe hij er uit ziet, dat leest zonder vooroordelen

Hoewel ik dus aan de ene kant een snelle, slordige lezer ben, heb ik ook een stapeltje boeken liggen, waar ik al jààààren over doe. Ik vind dat zulke intrigerende boeken, dat ik ze per se wil lezen, hoe moeilijk ook. Als het me lukt om bijvoorbeeld een halve pagina in de week te lezen, ben ik al tevreden.
Er ligger er een paar naast het bed, soms gaan ze mee op vakantie zonder dat ze ook maar opengeslagen worden.
Over enkele zal ik binnenkort in ‘mijn merkwaardige boeken’ wat meer vertellen.