zaterdag 10 september 2011

Kleurrijke medemensen

Na een zelfgebakken stokbroodje vol met zaden en pitten (verser kan bijna niet) en belegd met romige brie, hebben we de trein naar Groningen genomen.
In de volle coupé zit een flink aangeschoten vrolijkerd, in een strak pak en met flitsende schoenen aan. Hij heeft een tasje van Hugo B. bij zich. Hij stelt impertinente vragen aan de medereizigers. Waar kom je vandaan, waar ga je heen, waar werk je .... Op een enkele passagier na, die zich zichtbaar kapot ergert, hebben de anderen er toch wel schik in, er hangt ook wat spanning in de lucht: als je zelf maar niet het onderwerp van zijn aandacht wordt.
In de Spits, Pers en Metro blijkt voor veel mensen opeens heel veel interessants te staan.
Hugo B. kijkt met pretogen rond op zoek naar een volgend slachtoffer. Op het T-shirt van Man staat ‘No time to waste’, dat wordt enkel keren luidruchtig opgelezen. Vervolgens wordt Man er op doorgevraagd: Is dat een liedje, hoe kom je aan dat shirt, waarom draag je dat. Man geeft op elke vraag rechtstreeks antwoord. Het volgende slachtoffer is een jonge knul, schuin achter ons. Waar ga je naar toe, waar kom je vandaan, werk je? Ja, ik werk zegt de knul. Waar dan? Bij V&D.
Zo wordt hij verder aangesproken: Hee Vee-en-Dee, heb je een vriendin? Nee? Dan zit je hier goed, het zit hier vol met kippen.
De bedoelde ‘kippen’ schieten in de lach. Hij is lastig, maar ook erg leuk. Hij begint zich wat te verontschuldigen en legt uit: er werd een nieuwe winkel geopend, proseccootje hier ... proseccootje daar, niks gegeten, biertje er achteraan. We knikken begrijpend. Bij zijn bestemming aangekomen, groet hij iedereen uitbundig, met nog even alles benoemen wat hij opmerkt aan kleding, kapsel e.d. Dan stapt hij zwierig uit.

De rust is weergekeerd in de coupé. Een liefogend dametje in het zwart stapt in. Met zachte, vriendelijke stem doet zij kond van haar stellige overtuigingen. Ze is erg in de Here Jezus. De nette heer die tegenover haar zit, luistert beleefd naar haar dwingend betoog, en werpt mij zo nu en dan een veelbetekenende blik toe.
Eigenlijk vind ik haar manier van doen veel onaangenamer dan die van de net uitgestapte Hugo B.
Maar ook zij verlaat de trein al snel en de rest van de reis brengen we rustig lezend en soms wegdommelend door.
Als we station Groningen binnenrijden, maakt m’n hart altijd een klein sprongetje, het is gek, maar het voelt een beetje als thuiskomen. We checken in bij Budgett, worden daar als oude bekenden ontvangen, dan spoedden we ons naar Marleen, we zijn uitgenodigd voor een feest daar.
We ontmoeten nog weer een kleurrijk persoon. Hij noemt zichzelf een verlichtte dichter met de naam SPADE: Stichting Poëzie Aan De Een- en/of Eerzamen. Hij schrijft wat voor me op een bierviltje, ik zal het plaatsen in Dinsdag Dicht. Het werd nog laat, deze fijne avond bij Marleen.