zondag 25 september 2011

Finisterre in Soaksumhoezen


We verlaten Westerwolde en gaan naar het Hogeland. Via de N33, die we helemaal voor ons zelf hebben rijden we naar Saaxumhuizen.
Ik heb voor een nacht gereserveerd bij B&B Finisterre. Ik weet niet wat er nu op de eerste plaats staat ... Huisje Horizon of Finisterre. Wel verschillend, het ene is een huisje, het andere een B&B, maar beide op fantastische plekken. Ik denk een gedeelde eerste plaats. Westerwolde is erg mooi, maar het Hogeland spreekt me ook aan, zeker omdat de kust dichtbij is.










Man noemt dit een plek met een hoog ‘Angelika-gehalte’. Een mooie ruimte en fraaie tuin met appel- en perenbomen, bessenstruiken, vijver. En ... er lopen zijdehoentjes rond. Zulke leuke kippen! Er lopen er drie rond met zes al wat grotere kuikens. Ze maken zachte tokgeluidjes en de haan kraait beschaafd om 7.30 uur.
Het is al vaker gezegd, maar dit heerlijke zomerweer speelt natuurlijk ook een rol.


Avontuur op de kwelder
In de middag rijden we naar Pieterburen, we hebben ons opgegeven voor een kwelderwandeling van het Groninger Landschap. Bij gebrek aan voldoende deelnemers werden twee excursies samengevoegd. Dat bleek een tocht met de huifkar, wat we eigenlijk niet wilden. Nou ja huifkar, gelukkig niet, het was een tractor met overdekte laadbak, dus dat was toch wel weer leuk.
De deelnemers waren een ouder echtpaar, twee vriendinnen op leeftijd en een moeder met een tienjarig zoontje, en wij dus.
Plus onze gids Gerard.
De huifkardeelnemers waren qua schoenen niet echt voorbereid op de kwelder.


Aangekomen bij de dijk stapten we uit de huifkar en gingen de kwelder op.
Er liepen paarden. Gerard vertelde dat ze misschien even wat nieuwsgierig zouden zijn, maar ons dan verder met rust zouden laten.
De drie nog vrij jonge paarden dachten daar anders over.
Ze begroeten ons eerst, maar werden steeds brutaler. Ze duwden tegen je aan, renden weg, en kwamen in draf recht op je af.
Waarschijnlijk voelden ze de angst van de mensen aan, en omdat ze niet tot de orde werden geroepen, werden ze steeds meer opdringerig en onstuimiger.


Gerard kon met moeite zijn verhaal vertellen. Hij vertelde over de keuze van het wel of niet laten grazen van vee op de kwelder - kort gezegd komt het er op neer dat de natuur zich aan het beheer moet passen, i.p.v. dat het beheer in dienst van de natuur staat. Stof tot nadenken, maar omdat we zo op die paarden moesten letten, letten we ook minder op de ondergrond. Dus verdween er regelmatig een been met stadse schoen een eind in de zwarte smurrie. Dat was wel weer grappig.
Ik was niet zo bang voor de paarden, maar hield ze wel goed in de gaten, zodat ook bij mij plots een voet in de diepte verdween. Maar dat gaf niks, ik was er op gekleed.






Van de Zilte schijnspurrie, een rare naam voor een mooi bloempje, bloeit er nog een enkele. Helaas te klein voor m’n fototoestel, ik krijg hem er niet op.
Wie een mooie foto van dit bloemetje op de kwelder heeft voor op mijn blog, ik hou me aanbevolen.


Ik had wel te doen met onze gids Gerard. Hij was erg betrokken bij zijn deelnemers en terug bij de Buitenplaats liep hij met bakjes water te redderen voor schoen- en voetwassingen. 
Wij stapten met modderschoenen en al een terras op voor bier/wijn en bitterballen. In de zon.
Ik vond het geweldig, een beetje korte wandeling. We besluiten morgen zelf nog eens de kwelder op te gaan.



’s Avond gaan we in Eenrum naar Abrahams Mosterdmakerij. Eerst nog buiten een wijntje op het terras, dan naar binnen, lekker eten. Tot slot nemen we een drankje, kruidig zoet, zachte Groninger likeur.
Het is Marne Grand Cru, 't Gold’n Draankje oet de Marne!
De ober vertelde dat het komt van ’t Korensant. Mooi, want dat staat ook nog op het programma. Van de website:
Mooie ingrediënten… Rum, honing, kruiden, specerijen, Bekroond met een subtiele vanille noot.
Zwervend op het wad… Zwoegend door het slik… Zilte, heldere luchten van het Hogeland Levens-elixer...

Dat is wel weer erg toepasselijk.