dinsdag 24 januari 2012

Dinsdag Dicht (40)

Spinvis 
Kom terug

Gooi een steen naar de dag
Zo ver als je kunt
Spoel het zout van je huid
Doof het vuur
Volg het spoor dat er ligt
Zoek niet wat er nooit meer is
Was het zand uit je haar
Geef een naam aan ieder jaar
Drink de tranen op je hand
Zwijg er van
Erf de ogen van je kind
Kijk er door
Koester je geheime hart tot het eind


Reis ver, drink wijn, denk na

Lach hard, duik diep

Kom terug



Droom een boot in de zon

Geef hem zeilen en wind

Kus een droevige mond heel zacht
Voor de dag begint

Bewaar een steen in je tas

Uit het land waar je sliep
Waar je de wonden opliep
Waar een koninkrijk verging

Haal de parels uit de zee
Geef ze weg
Vecht met alles wat je hebt
Verlies het goed
Wacht dan tot het lichter wordt
Je hebt de tijd


Reis ver, drink wijn, denk na
Lach hard, duik diep
Kom terug

©opyrights

auteur: Evert-Jan van den Brink / Spinvis
componist: SpinviS





vrijdag 20 januari 2012

Illusie



Men vroeg Rutger Kopland ooit, nadat hij een gedicht had voorgelezen: waar gaat dat gedicht nou eigenlijk over? Toen las hij het nog een keer voor.

Omdat ik op zoek was naar een DVD die ik aan het Zorgcentrum waar ik werk zou schenken, dook ik in de verhuisdoos met het opschrift: ‘CD-DVD-Video’. Ik vond al gauw wat ik zocht en bekeek gelijk alle andere vondsten.
Een paar jaar geleden, in 2000 denk ik, (jeetje, al weer 12 jaar geleden), kwam ik in aanraking met de experimentele film: De zee die denkt. Een film die internationale prijzen won.
Ook nu nog steeds bijzonder om nog eens te bekijken.
Een opmerkelijke film met optische illusies.

Illusie
Als we een tafel aanraken, voelen we niet die tafel. We voelen onze vinger en wat daarin gebeurt.
We voelen onszelf. En als u nu naar mij zou luisteren, luistert u niet naar mij, maar naar de trillingen in uw eigen oor. We horen ons eigen luisteren. Als we naar buiten kijken, zien we niet wat er búiten is. We kijken naar het beeld in onze hersenen. De wereld bestaat in ons hoofd.

Wij leven in één groot circus van zelfgecreëerde illusies. En we zijn daar zo heilig in gaan geloven, dat we nauwelijks nog kunnen zien dat ze illusies zijn. Dat hele idee dat we een ik zijn, een iemand, is een illusie.
Denk ik.

We zeggen: ik ben ik, ik ben een man, vrouw, ik ben een mens, vader van twee kinderen, schilder. Maar dat zijn ideeën en dat-wat-wij-zijn kán geen idee, geen gedachte zijn. Als we een gedachte waren, dan zouden wij verdwenen zijn op het moment dat die gedachte er niet meer is. De telefoon hoeft maar te gaan, wég gedachte. Maar we zijn er nog steeds. We zijn kennelijk iets wat we niet kunnen benoemen, want alles wat we over onszelf kunnen zeggen, is een gedachte.

Dus waar zit hem hem dan? Waar ga ik de fout in? Wie is die ik? Eén groot mysterie heb ik voor mezelf geschapen, één grote valstrik, één groot gezichtsbedrog - denkbedrog eigenlijk. We lijken op die boom in het bos die aan een andere boom vraagt: weet u misschien waar hier ergens het bos is?
En dan zoeken we naar allerlei methodieken, goeroes, spirituele meesters, of we zoeken binnen onszelf naar evenwicht, harmonie, rust, zelfkennis. Maar hoezo ‘zelfkennis’? Ik wil mijzelf leren kennen? Dat is alsof je thuis jezelf opbelt. Natuurlijk krijg je in-gesprek-toon.

Ik kan me voorstellen dat op het moment dat ik mijn ‘ik’ verlies, ik dan wérkelijk liefde wordt, werkelijk mededogen of werkelijk begaan met alles om me heen, maar dan ook alles. Want dan valt er voor mijzelf niets meer te verdedigen, er valt niets meer te halen, er valt niets meer tegen te houden. Het is onbaatzuchtig. Ik weet het, dat lijkt bijna onmogelijk. Maar krankzinnigheid is in deze wereld het normale geworden en het normale wordt als onmogelijk versleten.
Waar ik het over heb, is de normale staat van zijn. Dat is wat we eigenlijk zijn.
En verder valt er niks te zeggen.

Tekstfragment uit de film ‘De zee die denkt’ van Gert de Graaff


Meer:

woensdag 18 januari 2012

Wat zie je zuster ...


Vandaag heb ik van een groepje bewoners op een van m'n locaties afscheid genomen.
Ik ga na deze maand van drie baantjes naar twee. Een moeilijke, maar juiste beslissing.
Als het voor mij al zo zwaar is om afscheid te nemen, hoe moet het voor deze mensen zijn? Voor hen zijn veranderingen zo moeilijk. Ik heb ze allemaal even lekker vastgehouden en met een hoop vrolijkheid tranen kunnen voorkomen.


Tijdens het opruimen thuis vond ik nog een kaart van een dochter van een van mijn vroegere bewoners. Die tekst vind je op het internet in verschillende versies, maar de strekking blijft hetzelfde. Het raakt me steeds weer:


“Wat zie je zuster? Wat zie je?


Een oude kribbige vrouw, niet meer bij de tijd.
Een beetje onzeker, met starende ogen.
Een oude vrouw, die met haar eten knoeit en die geen antwoord geeft, als je met een harde stem tegen haar zegt “Ik wou dat je het nou maar eens probeerde.” Een oude vrouw die schijnbaar niets merkt van de dingen die jij doet.
Die steeds weer iets kwijt is, een kous of een schoen. Die zonder tegenstribbelen laat doen wat jij wilt. Die met wassen en eten de lange dagen laat vullen. Is dat wat je denkt? Is dat wat je ziet?

Doe dan je ogen eens open, zuster. Je kijkt niet eens naar me. Ik zal je zeggen wie ik ben, als ik hier zo zit. Als ik plas op jouw bevel en eet, wanneer jij het wilt.

Ik ben een jong meisje van tien, met een vader en een moeder, met broers en zusters die van elkaar houden .

Een bruid van twintig ben ik en mijn hart springt op als ik denk aan de belofte die ik deed.

Vijfentwintig ben ik, en ik heb zelf kinderen die me nodig hebben om een veilig, gelukkig huis te bouwen.

Een vrouw van dertig ben ik en de kleintjes worden snel groot, verbonden door banden die zullen blijven.

Veertig ben ik. Mijn zoontjes zijn volwassen geworden en uitgevlogen. Maar mijn man is bij me om te zorgen dat ik niet treur.

Vijftig ben ik - en weer spelen er kinderen op mijn schoot.

Dan komen de donkere dagen. Mijn man is dood. Ik kijk naar de toekomst en ik huiver van angst. Want mijn kinderen hebben nu zelf een gezin. Ik denk aan de jaren van liefde die ik kende.

Nu ben ik een oude vrouw.
De tijd is wreed. Het is een grap van de tijd, ouderen er als dwazen te laten uitzien.

Mijn lichaam is vervallen, gratie en kracht zijn verdwenen.
En er zit nu een steen op de plaats waar ik ooit een hart had.
Maar... binnen in dat oude karkas woont toch nog dat jonge meisje.

Soms klopt mijn oude hart wat sneller.
Ik herinner me de vreugde en de pijn.
Ik heb weer lief. Ik leef mijn leven opnieuw.
Ik denk aan de jaren die voorbij zijn, te snel vervlogen, en ik accepteer de harde waarheid dat niets kan duren.

Doe je ogen open, zuster, en kijk.
Niet naar die kribbige oude vrouw.
Kijk eens goed, zuster.

Kijk eens naar... mij.”



zondag 15 januari 2012

Als de Groningers eens deze kant uit komen... (1)

... dan zijn wij er als de kippen bij!


Vanmiddag zijn we in Utrecht naar een dubbel optreden van Harry Niehof en Annemarieke Coenders geweest.

Op Schoot Concerten organiseert optredens in Utrecht bij mensen thuis.
Het was erg leuk. Harry zong een paar nummers die we nog niet kenden.
Door de manier hoe Harry zijn liedjes aan elkaar praat zat de sfeer er gelijk in en de mensen vonden het Gronings erg mooi.
Annemarieke zingt in het Engels, van haar vond ik vooral de nieuwe nummers mooi.







Geweldig was dat Harry en Annemarieke aan het eind van allebei een nummer samen deden.
Bijzonder hoor, zo’n optreden in iemands huiskamer, we hadden het reuze naar ons zin.
Omdat mijn broer in Utrecht woont, wandelen we na deze muzikale middag naar hem toe. Broertje kan fantastisch koken en uiteraard een wijntje erbij, genoten!


Websites van Harry Niehof en Annemarieke Coenders.



dinsdag 3 januari 2012

Dinsdag Dicht (39)

Störm

In wilde voart
Mit graauwe board
Komt de störm
Oet zien hörn.

d’ Onbedwongen
Volle longen
Barsten open
Onder ’t loopen.

Wild en enter
Over twenter
Veegde ’t laand,
Bezzem in haand

Brolt en dundert,
Rolt en klundert
Mit zien broezen
Rond de hoezen.

Gaait aan speulen
Mit ’n meulen.
Rouen draaien
Van zien swaaien.

Vogels strieden,
Wolken glieden
Op zien vlocht
Deur de locht.

Golven springen
Onder ’t dwingen
Van zien macht
Oet de gracht.

En het luden
Van zien ruden
Slagt de kimmen
Mit zien stemmen.



Derk Sibolt Hovinga
Störm en Stilte

zondag 1 januari 2012

Goed begin

De eerste dag van het jaar. Naar traditie een rustig begin met een paracetamolletje en Garmisch Partenkirchen.
Ondertussen stoeltjes maken van de champagnesluitingen.
Ik ben niet geduldig genoeg om ze mooi te maken, wie wil, hier zie je hoe het moet.
Op de foto en dan weggooien.


Dan deze middag weer verder met het sorteren van de boeken, niks een kastje per dag, de hele boekenkast ineens! Het grote ontrommelen gaat door dit jaar.
Wat geeft spullen wegdoen een vrij gevoel!
De documentaire ‘Overal spullen, Tellen tot je er bij neervalt’ van Judith de Leeuw bij de Boeddhistische Omroep, heel inspirerend, ook hilarisch en confronterend.