dinsdag 16 oktober 2012

Herders van Balloo




Maandag 15 oktober, vakantiedag tien. In Winsum drinken we nog koffie met Broer en Schoonzus en nemen dan afscheid. Zij weer terug naar huis, wij naar een volgende vakantieplek.
We gaan een paar dagen naar Drenthe, onze eerste plek is in Balloo, in de gelijknamige B&B, prachtig, mooi verbouwd, strak ingericht … de kunst van het weglaten, maar alle luxe is er. Gastvrije ontvangts. Balloo is een oud esdorp midden in het Stroomdallandschap in de Drentse Aa. We blijven hier twee nachten.



We bezoeken ook Assen, een stad die we allebei nog niet kennen. Leuke stad!
Naast het mooie nieuwe theater De Nieuwe Kolk, lunchen we bij Brasserie Helder en kunnen even dagboek en blog bijwerken.

De hoofdreden dat we hier in Drenthe zijn is dat ik een dag met de schaapherder mee’ geboekt heb. Het Balloërveld is een 367 hectare groot heidegebied en is bewaard gebleven doordat het in 1916 werd toegewezen als militair oefenterrein, en niet kon worden ontgonnen tot landbouwgebied. In 2006 is het cultureel-historisch waardevolle gebied overgedragen aan Staatsbosbeheer. Ik heb geen ervaring met heidelandschap, ik vind het niet zo aantrekkelijk klinken, heide, maar ga het nu ervaren.
Ik vond deze excursie in een tijdschrift en heb gelijk gebeld om af te spreken. Ik heb geen idee wat ons te wachten staat, maar het klonk zo leuk op de website:
– Wilt u een dag ontspannen en eindelijk eens tijd maken voor het lezen van een goed boek in de vrije natuur tussen de schapen? Heidevelden en schapen fotograferen of schilderen? Filosoferen over de wonderen van het leven? Of gewoon lekker uitwaaien op het Balloërveld en op plaatsen komen waar je normaal als wandelaar nooit komt? Ga dan een keer een dag mee met de Herders van Balloo.

Geloof me, tijd om te lezen was er absoluut niet deze dag. Ontspannen en filosoferen in eerste instantie ook in geen (heide-)velden of wegen! Zelfs geen tijd voor gezellig picknicken, lunchpakketje tussendoor weghappen.

De volgende morgen, dinsdag, waren we om 10.00 uur bij de Schaapskooi. We horen het verschrikkelijke verhaal dat de schaapskooi, kapschuur en wolatelier een jaar geleden in brand zijn gestoken. Daar zijn dieren bij omgekomen en ook de hond Tom. Alles ben je dan kwijt. Dat mensen zoiets kunnen doen is niet te bevatten.

Marianne en Albert, de herders, zijn heel bijzondere mensen. In de loods, die na de brand voor tijdelijke huisvesting dient, horen we van alles over hun manier van leven met de Drentse heideschapen, over het spinnen van de wol in de meest prachtige kleuren, zodat verven onnodig, wat zeg ik, eigenlijk overbodig is. Wat er allemaal van gemaakt wordt. Over het landschapsbeheer, over Russische literatuur ... 


Marianne is een globetrotter, heeft zelfs een horecabedrijf in Gouda gehad, vlakbij ons. Ze heeft ook op het Groningse Hogeland gewoond. Uren kan ik naar haar luisteren en ondertussen kijken hoe Albert het spinnenwiel laat draaien, maar na koffie en grote plak koek is het tijd om met Marianne op weg te gaan. De schapen wachten.


Het is eerst nog een stuk wandelen naar de schapen, het landschap is toch wel mooi, ook met resten van loopgraven en een antitankgracht.
Helaas begint het te regenen. Even heb ik weer hetzelfde gevoel als bij Rottumeroog … wat haal ik me toch altijd op de nek, in wat voor toestanden kom ik nu weer terecht!



Als we bij de kudde komen (zo’n 400 schapen) ben ik even sprakeloos. Wat een geweldig gezicht. Marianne legt uit hoe schapendrijven in z’n werk gaat, wat je wel en niet moet doen. Dat een schaap altijd in die richting loopt hoe z’n kop staat. Dat de kudde bij elkaar moet blijven. Een schaap alleen gaat wel terug, maar een groepje voelt zich al gauw veilig met elkaar en kan zo flink afdwalen.

Ik had het idee, een beetje gezellig samenlopen … een beetje kletsen nog niet laten varen, tot ik een beetje in paniek zag dat er twee groepen waren ontstaan. Hoe krijg je ze weer samen? Marianne en haar geweldige hond Lena sturen wel steeds bij.
Op een gegeven moment zegt ze tegen me: zie je die dennenbomen daar in de verte, bij die kleine zandverstuiving… daar moeten we naar toe.


Ik loop achter de schapen, zie dat er een paar naar links gaan en een paar naar rechts.
Marianne en Lena zie ik nergens meer. Ik kijk rond. Waar zijn die dennenbomen gebleven? Ik kijk om mee heen en zie overal dennenbomen in de verte.
Het voelt alsof de heide een grote draaiende cirkel is, waar ik in het midden sta. Ik herken helemaal niks meer en ondertussen doen die schapen ook maar waar ze zin in hebben.

Hmm, die gaan daarheen ...
... en die gaan daarheen!
In de verte zie ik Mijn Architect. Ik zwaai naar hem en probeer met armbewegingen te vragen: Moeten we links of rechts? Hij maakt een ronde armzwaai. Nee, schud ik mijn hoofd en wijs overdreven naar links en rechts. Daarheen of daarheen?
Hij zwaait rond met z’n ene arm en maakt een halve cirkel met z’n andere arm.
Ik snap er niks van. Vragend hef ik m’n armen ten hemel. Begint hij met beide armen te wapperen. Ik voel me kwaad worden. Wat bedoel je nou?
Steekt hij z’n duim op. Ik weet niet of ik moet huilen of lachen.


Help … waar is Marianne? Ondertussen zijn er wel drie kuddes ontstaan die allemaal een eigen richting willen uitgaan. O, sh… ik begin tegen de schapen te praten, te mopperen, te slijmen, ik sta te stampvoeten, kutschapen noem ik ze, maar onverstoorbaar grazen ze door … al lopende in de richting waar hun kop staat.
Ik was compleet gedesoriënteerd, zag Marianne niet (zij zag ons wel hoor, bleek later) en ik raakte lichtelijk in paniek.


Later vertelde Marianne, dat het soms zo ver gaat dat stellen al bijna in echtscheiding liggen. Voor managers of personeelfunctionarissen een prima training: Hoe krijg ik hen daar waar ik wil? Hoe krijg je alle neuzen dezelfde kant uit. En is wat ik wil het juiste? Accepteren welk pad er genomen wordt.



Die schapen willen voornamelijk eten, moeten dat natuurlijk ook. En ze weten het zelf ook wel.
In de loop van de dag gaat het steeds wat beter, kleine groepjes schapen krijg ik wel de goede kant uit. Maar je loopt je rot … wat nou lekker ontspannen de hei op.
Regelmatig stap ik op een verkeerde pol bies of hei en verdwijnt m’n been tot de knie in een natte diepte.

Plots komt de rust over me … dit werkt gewoon niet.
Ik haal eens diep adem en bekijk de dieren eens wat beter, niet als een groep, maar als individu. Wat een kleuren en wat een verschillen. Sommige schapen laten zich aanraken en kijken me aan als ik tegen ze praat. Heel anders dan de schapen die ik gewoonlijk tegenkom, wat zijn deze dieren mooi!
Met een klein twijgje krijg ik wat schapen de goeie kant uit en zie dat anderen vanzelf volgen.


Ik vind het groot, te omvangrijk. Ik zie overeenkomsten met hoe ik in het leven sta.
Ben vaak ook teveel bezig met het detail en verlies het grote geheel. Voel me erg klein op die grote heide, vond het landschap soms bedreigend. Bomen die zomaar verdwijnen in de achtergrond. IJkpunten die verdwijnen. Als ik hier echt helemaal alleen zou zijn, zou ik me heel unheimisch voelen, denk ik.

De regen was snel gestopt, de hemel brak open en het was ook heerlijk, zo fris, zo heel de dag buiten. Piekeren, aan problemen denken, aan werk, hoe het nou toch verder moet … het verdwijnt gewoon. Ik heb het niet koud, m’n wangen voelen zelfs warm aan.

de onvolprezen Lena
Als aan het eind van de dag als de schapen weer achter hun hek staan vraagt Marianne of we al terug willen of nog een ommetje willen.


Dat willen we wel en terwijl zij in een kordate, en toch rustige tred doorloopt, strompelen wij achter haar aan, terwijl we steeds weer wegzakken tussen pollen heide. Het is een heel drassig stuk, maar het lukt ons. Mijn Architect en ik kijken elkaar aan en denken hetzelfde: onze conditie … dat zit wel snor hè ouwetje!

Als we terug zijn krijgen we stukjes droge schaapsworst … eet je vlees, (eigenlijk liever niet, oké soms nog wel) en een mok koffie … heerlijk.
Ik krijg zomaar zin in breien … het is meer dan een kwart eeuw geleden dat ik een babytruitje breide … maar als ik al die prachtige wol zie wil ik gelijk een deken breien, lekker voor ’s avonds op de bank.
Ach, wat had ik graag wol gekocht, goedkoop is het niet, en we hebben nog een kleine week vakantie te gaan, ik moet het budget bewaken.


Het was een prachtige dag en ik voel me bevoorrecht dat ik deze twee bijzonder mensen heb mogen leren kennen. We komen zeker een keer terug hier, ik zou het graag ook eens in de lente of zomer willen ervaren. En wat dat breien betreft, eerst maar weer eens oefenen met de bolletjes ‘wol’ die nog in huis zijn.



Deze dag was net zo’n hoogtepunt als Rottumeroog. Wat een onbeschrijfelijke ervaring!
We eten 's avonds een snel bordje pasta bij de Italiaan in Rolde, we zijn de enige gasten, maar dat maakt niet uit  … we zijn zo vol van dit avontuur en moeten er samen nog lang over napraten.