vrijdag 28 juni 2013

Vekaanzie 5, dag 14 t/m 17

Westerlee, wat hadden we het er fijn! De vakantie loopt op z'n eind, maar er komt nog een staartje met familiebezoek aan. Tot vandaag hebben we de huurauto.
We rijden eerst naar motel Paradiso in Nieuweschans om onze bagage te droppen.
We rijden langs dit bord, al geruime tijd grote bouwplannen hier, huh nog een Spa hier? Maar tot op heden vooral grote bereklauwen te zien.



We rijden naar Groningen om de auto terug te brengen.
Een sombere dag, een beetje melancholisch nu het eind van de vakantie nadert, maar deze rit op een rustige A7, luisterend naar onze nieuw CD van Eddy Koekkoek, heeft wel wat.


De auto afgeleverd en bij de bushalte blijkt dat we drie kwartier moeten wachten op de bus naar het station. Kunnen we net zo goed gaan lopen. Wandelen we door een onbekend deel van de stad Groningen, langs studentencontainers op het Damsterdiep en zicht op de imposante Tasmantoren.






Na deze wandeling eerst maar een versnapering bij de Oude Wacht en de kranten lezen.
Per Arrivatrein reizen we terug naar Nieuweschans, waar we met Broer en Schoonzus hebben afgesproken. Ook zij hebben een kamer in Paradiso en dan gaan we een hapje eten in de Leeuwerik en lekker bijpraten.

De volgende dag gaan we naar Duitsland, naar de verjaardag van onze Duitse schoonzus. Onderweg logeren we bij onze voormalige overburen, die nu in Schwei wonen in een schitterende boerderij met B&B en heel veel zwaluwen. 







Het is een supergezellig weerzien. Ook de verjaardag is gezellig met al mijn Duitsekantfamilie. Weer terug in Nederland blijven we nog een nacht in Nieuweschans.
Ik vind het leuk om Broer en Schoonzus de Tuin van Jan te laten zien, zodoende zijn we er nog eens, alsof we er geen genoeg van krijgen. Schoonzus is net als ik erg gecharmeerd van de beeldjes hier.



Als we bij Oudeschans deze borden weer zien gaan we toch eens vragen hoe dat nu zit. We spreken een man aan en hij begint gelijk vol vuur te vertellen over wat hier allemaal gebeurt.





Hij stort z'n hart uit en praat geringschattend over de kikker- of salamandertunnels. Hij zegt kom maar mee, dan kun je die belachelijke dingen met eigen ogen zien. We lopen over het land en zien tunneltjes onder de weg door, schamper zegt hij dat vooral konijnen er gebruik van maken.

Hij noemt bedragen wat het allemaal moet kosten, hij wijst waar het water volgens hem zinloos rondgepompt wordt. De naam Henk der Betrüger valt regelmatig.
Over de distels, ieder was tot voorheen verplicht ze te verwijderen, maar nu ze in het natuurgebied groeien hoeft dat blijkbaar opeens niet meer. Ik begrijp niet alles wat hij in het Gronings zegt, maar dat het hem hoog zit is overduidelijk. Wat een toestand. 
Wat gebeurt daar toch allemaal in Oost-Groningen?