donderdag 5 oktober 2017

Vekaanzie in Grunnen (5)


Bij het ontwaken is de lucht grijs en het regent.
Toch waait het weer open. Buienradar geeft code oranje voor Noord-Nederland. We kleden ons goed aan en lopen onder, op en achter de dijk.
We zien twee witte reigers, grote hazen en vogels waar ik de naam niet van weet.
Het is hier prachtig! Wel moeten we slalommen tussen de schapenstront. Het lijkt of ze dat bijvoorkeur op de weg doen, dus uitkijken, want het is nogal glibberig.
De kwelders kleuren cortenstaalrood van de zeekraal en de vergezichten zijn adembenemend.



Op de foto's zie je misschien niet goed hoe hard het waait, maar ik heb er ook een aantal zoals deze:


Bijzonder dat die schapen geen last van de wind schijnen te hebben.
Ze blijven ons stoïcijns aanstaren.


Opeens gaan ze allemaal blij voor me uit rennen. Wat denken ze? Dat ze ergens anders naar toe mogen? Ik krijg ze allemaal bij elkaar. Toch nog iets geleerd, ooit bij de workshop schaapherder.



De wind wordt steeds heviger. Als we teruglopen hebben we wind tegen, en komen amper vooruit.
Een moment van onoplettendheid en ik zet mijn voet verkeerd op het wildrooster, en mijn onderbeen verdwijnt in de diepte, met een pijnlijke schaafwond en een bont en blauw scheenbeen als gevolg. Stommer dan een schaap, die kijken wel uit! Als de pijn wegtrekt valt het allemaal wel mee, gelukkig.

Weer in onze hut waar het lekker warm is. Er is elektrische verwarming en de panelen hangen aan het plafond. We vragen ons af waarom hier geen zonnecollectoren zijn, zou wel passend zijn, dachten we.
Maar het is niet nodig om de verwarming vaak aan te doen, door het grote glasoppervlak komt genoeg zonnewarmte binnen en is het hier steeds behaaglijk.

Ik lees in het boek 
van Mijn Architect (Filosofie van het landschap van Ton Lemaire) op een willekeurige bladzijde de eerste regel: Een andere oplossing was de veduta: een uitzicht op de verte vanuit een venster, waardoor de buitenwereld in verband kon worden gebracht met de beslotenheid van een binnenruimte.
Hoe toepasselijk!
Ons venster is als een TV, elke keer weer ander beeld.
Als ik even niet gekeken heb is het weer veranderd, eerst twee schapen, dan opeens zeven. Of opeens loopt een gestalte op de dijk en is plots weer verdwenen Maar het mooiste vind ik de steeds wisselende kleuren ... groen, grijs, wit, blauw.


Ook bijkomstig ... we kunnen weinig anders, er is geen WiFi, we kunnen nu niet gaan fietsen naar een dorp, we kunnen alleen maar lezen en schrijven en kijken.
Als dat geen onthaasten is.

Tegen drie uur lijkt het of de wind iets minder wordt en de zon schijnt. We gaan het wagen, fietsen naar Finsterwolde, ruim 6 km. We zien onderweg veel afgewaaide grote takken, zelfs omgewaaide bomen. Opeens moeten we het fietspad af, er ligt een ontwortelde boom over. Even iedereen op Facebook in de maling nemen:




Als we bijna bij café de Pitstop zijn barst er een regenbui los. We vluchten naar binnen.
Dan maar even een wijntje drinken, onder het genot van harde levensliederen.

Maar al snel komt de zon terug en fietsen we een stukje verder, naar Party Centrum Finnewold.
We zijn hier eerder geweest, leuke mensen die er wat van maken.
We eten er heerlijke patatjes en bieterballen, ze zijn niet 100% vegan, maar smaken superlekker.







We fietsen terug, met zijwind door de Reiderwolderpolder en de Carel Coenraadpolder.
Thuisgekomen gooi ik twee soorten kant-en-klaar bij elkaar, warm het op en dat is ons avondeten, best lekker. Alles zal wel goed smaken na zoveel buitenlucht, maar vooral handig dat het in 3 minuten klaar is.




Dan genieten we nog van de geweldige volle maan en de sluierbewolking.

Het is stil hier, een beetje spannend met gedachtes over de historie van dit plekje.