Het geeft echt een gevoel van vakantie, dat we ergens in Griekenland lopen.
Er zijn verschillende soorten gesteenten, met echte joekels erbij. Hoe ze dat allemaal hier hebben gekregen!
Vanmorgen gaan we het bos verkennen. Dit is het oudste gedeelte van de tuin.
De wilde plantentuin of Laarmantuin bestaat uit verschillende gebieden zoals een arboretum, een pinetum, een heidegebied en een weidegebied. We dwalen door alle gebieden en komen geen mens tegen.
Ook natuurlijk paddestoelen, hoewel ik er al meer verwacht had:
Opeens zie ik een aparte kleur in het veld:
Het blijkt Beenbreek te zijn, Narthecium ossifragum, nog nooit gezien. Deze plant bloeit geel, maar de zaden zijn prachtig roestkleurig.
Het heeft geen zin om zaadjes te pikken, hij groeit graag op natte, voedselarme, matig zure grond (veen). Hij is zeldzaam en beschermd.
Voedselarme plas |
Je kunt je geboortedag zoeken en dan de boom die bij je past met de daarbij behorende karaktereigenschappen. Klopt niks van. Maar mooie bomen en een leuk labyrint.
de Tijdstunnel |
Aan de andere kant van de hortus een nieuw gedeelte, nog in ontwikkeling, de Hondsrugtuin. Dit is de brug De Rimpeling:
We bekijken ook de Kruidentuin met geneeskrachtige en giftige planten. Ook de andere tuinen bekijken we.
De witte tuin vond ik mooi! Ik bedacht dat ik in mijn tuin eigenlijk heel weinig witte bloemen heb en besluit een wit hoekje te maken. Zeker op zo'n grijze dag lijkt het licht te geven, al die verschillende tinten wit.
Tussen door drinken we koffie en eten wat in het Grand Café, waar we geweldig leuk worden ontvangen en geholpen door de mensen die daar werken (met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet), we worden al herkend als de logés van de Hermitage.
Uiteindelijk vinden we de Chinese tuin de meest indrukwekkende, ook omdat we het verhaal erachter hebben gehoord van vrijwilliger Wouter en we ook een boekje erover kochten.
Maar morgen meer over die tuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Graag geen anonieme reacties!