Opeenskwam ik erachter: Ta is blind. Alles valt op z'n plaats. De problemen met de soorten trapjes, niet meer kraaien, niet naar binnen of naar buiten komen. Het is geleidelijk gegaan, wie weet al in het oude hok, maar daar kende hij alles. We herinneren ons dat we weleens blinde kip tegen hem zeiden, omdat hij een lekker hapje, wat we voor z'n snavel hielden, niet gelijk zag. Ik heb vandaag gelijk de dierenarts gebeld. Het is zeker geen vogelgriep, geen virus. Je ziet niets aan z’n ogen, geen waasje. Ze denkt aan een tumor misschien, die op de oogzenuw drukt. Je ziet niet dat hij pijn heeft, maar dat zegt niets, een prooidier laat dat sowieso niet merken. Ze schrijft een medicijn voor.
Een tabletje opgelost in water, en dat moet dan met zo'n spuitje in z’n bek gespoten worden. Wat een marteling, hij houdt de snavel vast op elkaar! Ik moet wrikken. Ik besluit direct, dit gaan we niet nog eens doen!
De dierenarts komt langs en schrift homeopatische korreltjes met arnica voor. Die hoeven niet gegeven te worden, het flesje kan ook onder z’n neus gehouden worden. Voor als hij hoofdpijn heeft.
Ta stopt met eten en drinken. Tenminste wat we zien. Ik denk dat hij wel dauwdruppels van de grassprietjes hapt. Anders zou hij het niet zolang volhouden lijkt me. Hij schudt vaak met z'n kop of houdt hem naar 1 kant.
Het is triest. Er is weinig over van ons fiere haantje. Zijn staart hangt, zijn walnootkam krimpt, hij maakt geen geluid en staat vooral met z'n kop tussen de veren. We denken dat hij dood gaat. Wanneer grijp je in?
Ta komt 's morgens niet zelfstandig naar beneden. Ruby blijft dan ook binnen, Ta was altijd de eerste en Ruby volgde dan. We halen Ta er uit en zetten hem 's avonds weer binnen.