woensdag 30 september 2020

Tuin in september

De tuin wordt al ‘herfstiger’, hoewel er nog heel veel bloeit of weer gaat bloeien.
Heel raar, ik zie hier en daar blad van bloembollen boven komen. Er was zelfs een Blauwe druif die ging bloeien. De slakken hebben daar trouwens direct een eind aan gemaakt:


Van de Herfsttijloos heb ik niet veel plezier gehad, voor ik het in de gaten had dat ze gingen bloeien en voor ik in kon grijpen, hadden de slakken ze ook al opgevroten:


Bij een stalletje langs de weg vond ik een klein stekje van deze Karmozijnbes, hij kreeg drie trossen bloemen.

 

Acanthus maakt mooie zaden:

Deze plant verscheen vlakbij het vogelvoerhuisje. Ik wist eerst niet wat het was. Het had wat weg van een Helenium of een Helianthus, of was het een ontsnapte Aardpeer? Het blijkt Gingellikruid oftewel Nigerzaad (Guizotia abyssinice), en dit Nigerzaad zit vaak in vogelvoer.

Ik voer de vogels in mijn tuin enkel gepelde zonnebloempitjes, maar ik herinnerde me dat ik van iemand een vormpje met vogelzaad cadeau had gekregen. Zo moet die plant daar terechtgekomen zijn. Ik laat hem voorlopig staan, maar hou hem in de gaten. Eigenlijk vind ik hem wel mooi en er komen ook insecten op af:


In het Miscanthus-perk staat de naamgever van dit perk weer zo mooi te wuiven met de nieuwe pluimen in hun bijzondere kleur:

In datzelfde perk staat ook het Zeeuws knoopje, die voor de tweede keer bloeit:


Toen we deze tuin net hadden in 2018, stonden her en der veel Meidoorns, de meeste heb ik verwijderd en in de Achterhoek heb ik een mooi exemplaar laten staan. Die bloeide bescheiden dit voorjaar en draagt nu dus voor het eerst besjes:


Van Venkel heb je het hele seizoen plezier, alles vind ik er mooi aan. De bloemschermen, het blad, het zaad en zelfs nu, de kale overblijfselen:



In 2018 zag ik een Fuchsia in Perk-2, ik dacht dat die eenjarig waren, en inderdaad in 2019 vond ik niets terug. Dit jaar daarentegen was hij er weer!
Rond die plek stond veel Vrouwenmantel en waarschijnlijk zag ik hem daarom niet vorig jaar. Ik had veel Vrouwenmantel verwijderd uit Perk-2 en misschien omdat hij nu iets meer ruimte heeft, doet hij het weer. Ik vind hem erg mooi met die witte bellen. Van dichtbij zie je dat de puntjes zachtgroen zijn.
Na wat speurwerk denk ik dat het de winterharde Fuchsia Hawkshead is. 
Ik zou hem liever in het Witte perk zien, maar ik weet niet of ik het aandurf om hem te verplanten.


De Cosmea's bloeien weer rijkelijk laat. Ik heb dit jaar roze en witte. Ze zitten nog vol knoppen:



Natuurlijk verschijnen er ook al paddestoelen:


Van Jan kreeg ik weer veel planten, o.a. Phloxen en Helianthum.
In Perk-3 heb ik weer een bos Vrouwenmantel verwijderd om plaats te maken voor Helianthum ‘Lemon Queen’:


En van Paal en Perk is er weer een deel grasmat verwijderd voor de andere Helianthum.
Uiteindelijk moet al het gras daar verdwijnen. Foto genomen vanaf het platte dak:


Het gras in de Boomgaard ziet er weer goed uit, na het planten van de fruitbomen heb ik gras bijgezaaid en boomspiegels vrijgelaten. Ik laat wat afgevallen en rot fruit liggen voor de dieren. Eerst zaten er vlinders op en nu komen de wespen. Ook de vogels snoepen ervan en op de grond de egels.


Net als van de lente, hou ik veel van de herfst. Met dat lage zonlicht soms, krijg je een sprookjesachtig sfeertje.


Het blad van de Teunisbloemen kleur mooi herfstrood:


Tot slot de pas aangeschafte mooie paarse Cyclamen hederifolium. Vroeger, tijdens natuurwandelingen in Griekenland kwamen we vaak Cyclamen tegen (waarschijnlijk waren dat Cyclamen graecum).Toen zei ik al: als ik een tuin heb wil ik zulke cyclamen. Ik heb ze geplant in Talud-2



maandag 28 september 2020

Uitgelicht: Zomerbollen

In april heb ik de grijsgroene tuinpotten beplant met twee soorten zomerbollen. Abessijnse gladiool, Gladiolus callianthus ‘Murielae’, ook wel aangeboden als Acidanthera murielae. De herkomst is Oost-Afrika, Ethiopië (vroeger Abessinië).
Ik had hem jaren geleden op mijn dakterras in Gouda, maar wist niet hoe hij heette, en kon hem toen niet meer terugvinden. 
Hij is echt prachtig! Mooie hoge stengels, met sierlijk nijgend blad en beeldschone, zoetgeurende bloemen, wit met een purperen vlek.

Ik bedacht een combinatie met Geluksklaver, Oxalis deppei ‘Iron Cross’, die ook in een prachtige kleur bloeit. De twee potten plaatste ik aan weerszijden van het Tuinpad. Vol verwachting keek ik uit naar het resultaat.

In de eerste week van juni begint de Oxalis in de rechterpot al te bloeien, in de linkerpot is de gladiool al wat hoger.



De Oxalis doet wat hij doen moet, de bodem bedekken ...


 ... met zijn opvallende bladeren, groen met een roodbruin hart. De bloemen zijn van een prachtig soort roze met een lichtgroen hart, ik vind ze betoverend mooi.
Weer een maand later zijn de gladiolen al op hoogte en staat de Oxalis volop te bloeien.




Twee weken later, bijna eind juli, verschijnen de eerste knoppen van de Abessijnse gladiool.


Dan krijgen we bijna twee maanden lang een feest van elkaar steeds opvolgende bloemen. Zelfs als je niet van gladiolen houdt, moet je toegeven dat deze soort prachtig is.




En dan is het feest over, 23 september de allerlaatste bloem:


Omdat ze niet winterhard zijn, moeten ze eigenlijk uit de grond gehaald worden. Ik doe dat niet, ik heb daar zo'n hekel aan, daarom heb ik ook weinig Dahlia's.
Er uithalen is ook geen garantie dat ze het volgend jaar weer doen, lees ik her en der. Misschien krijgen we geen strenge winter en overleven ze het. Zo niet, dan gewoon weer nieuwe kopen.



zaterdag 26 september 2020

Zweefvliegen

Al fotograferend in mijn tuin, ga ik steeds meer op insecten letten.

Hommels zijn favoriet, dat heerlijke gezoem en die schattige kontjes die uit de bloemen steken.

Aardhommel op Hemelsteutel:


Omdat het slecht met de wilde bijen gaat, let ik er nog meer op of ik ze toevallig zie.

Een enkele Honingbij en een keer een bijzondere Roetbij, meer heb ik niet kunnen ontdekken dit seizoen.

Toch zoemt het hier van de bedrijvigheid … voornamelijk heel veel zweefvliegen.



Zweefvliegen (Syrphidaebehoren tot de tweevleugeligen (Diptera), bijen en wespen behoren tot de vliesvleugeligen (Hymenoptera).

Zweefvliegen zijn een ondersoort van vliegen, waarvan 76 families zijn.

Bijen en wespen hebben een taille, zweefvliegen niet. Zweefvliegen hebben bolle ogen en hun antennes zijn veel korter dan bij bijen en wespen. Al lijken ze daar erg op, ze zijn totaal onschuldig, want ze hebben geen angel en kunnen dus niet steken. 

Nog een duidelijk verschil is de manier van vliegen. Bijen en wespen vliegen meestal zigzaggend, zweefvliegen gaan gewoon rechtuit en kunnen stilhangen in de lucht, een soort surplace.

Door de strepen denken zijn natuurlijke vijanden dat hij een wesp is en laten hem met rust.
Mimicry heet dit met een mooi woord.


Gewone wesp (Vespula vulgaris):



Zweefvliegen zijn lastig op naam te brengen, ik heb een boek waarin 384 soorten staan afgebeeld.

Sommige verschillen zo weinig dat het afhangt van o.a. beharing, vleugeladertjes en motiefjes. Vrouwtjes en mannetjes zijn ook vaak verschillend. Niet te doen dus voor een leek.

Ik word steeds nieuwsgieriger, fotografeer ze graag en wil dan de soort weten.

In combinatie met m’n boek en de app Obsidentify vind ik toch meestal de naam; dat is zo verslavend leuk dat ik er steeds meer wil verzamelen.

Veel van de Nederlandse namen zijn hilarisch, waarom en wie dat ooit zo bedacht heeft?


Via de app kun je de foto gelijk doorsturen naar Waarneming.nl, een website waar alle soorten vermeld en beoordeeld worden. 

Het gaat niet alleen over insecten, ook vogels, zoogdieren, reptielen, planten, paddestoelen en mossen. Je kunt een account maken waar al je eigen waarnemingen bij elkaar staan. Tevens kun je ook zien wat anderen hebben waargenomen in je eigen omgeving. 


Zweefvliegen zijn net zulke goede bestuivers als bijen. Daarom zijn ze belangrijk, zeker nu de wilde bij het zo moeilijk heeft. Het zijn mooie, bijzondere insecten.

De larven van zweefvliegen leven vaak van bladluizen, dat is ook een prettige bijkomstigheid.


Er is nog veel meer te vertellen over het verborgen leven van deze fascinerende insecten, maar ik hou het hierbij. Nu de foto's van de 14 soorten die ik tot nu toe heb gespot.


1. Snorzweefvlieg, heet zo omdat een zwarte band de vorm van een snor heeft, is hierdoor niet te verwarren met andere soorten. Wordt ook wel Pyjamazweefvlieg genoemd.

(Episyrphus balteatus)



2. Kleine bandzweefvlieg, vaak talrijk in open landschappen.

(Syrphus vitripennis)



3. Terrasjeskommazweefvlieg, voorbeeld van een naam waarvan je vermoedt dat de biologen een feestje hadden.
Dat komma zou slaan op de gele vlekken, die de vorm van een komma zouden benaderen.
(Eupeodes corollae)


4. Grote langlijf. Van de Langlijfjes bestaan een stuk of tien soorten. Dit zijn lange, zeer slanke zweefvliegen, tenminste de mannetjes. Dit is een vrouwtje, die is wat ronder op de heupen.
(Sphaerophoria scripta)


5. Micaplatvoetje, ik dacht eerst een gewone vlieg, maar toch echt ook een zweefvlieg. Ik kon niet ontdekken of hij echt platvoeten had.
(Platycheirus fulviventris)


6. Gewone driehoekszweefvlieg
(Melanostoma mellinum)


7. Kegelbijvlieg, de larven van de Eristalis soorten leven vaak in koeienmest. Rechts zie je nog een mannetje Grote langlijf.
(Eristalis pertinax)


8. Blinde bij, hij is niet blind en het is geen bij. Ze lijken wel wat op de Honingbij. De Blinde bij zie ik veel in m'n tuin. Mannetjes zijn territoriaal, ze jagen andere insecten weg. De larven hebben een lange adembuis en worden rattenstaartlarven genoemd.
(Eristalis tenax)


9. Puntbijvlieg, als balts zweven soms meerdere mannetjes tegelijk boven een vrouwtje.
(Eristalis nemorum)


10. Bosbijvlieg 
(Eristalis horticola)


11. Gewone pendelvlieg, met lichte lengtestrepen op rug.
(Helophilus pendulus)


12. Citroenpendelvlieg, verschil met de vorige is iets lichtgeler en heeft een witte W op achterlijf.
(Helophilus trivittatus)


13. Gewone rode bladloper, loopt meestal op blad
(Xylota segnis)


14. Menuetzweefvlieg, heeft een rode vlek op de buitenkant van z'n dijen, maar zie je niet op deze foto.
(Syritta pipiens)