donderdag 6 juni 2019

Koolmezen

Bij de afvoer van de mechanische ventilatie van wc en badkamer zat geen rooster, alleen een gat in de buitenmuur. In april zagen we een koolmees het gat invliegen.
De koolmezen hebben een nest in de schacht gemaakt. Dat betekent dat we voorlopig de ventilatie maar niet gebruiken, anders is het wel heel zielig voor die vogeltjes. Omdat licht en ventilatie in één schakelaar gecombineerd is, gaan we maar bij kaarslicht naar de wc en in schemerlicht douchen.
Zodra het nest weer verlaten is maken we wel een roostertje.
Mijn broer maakt met zaklantaren en telefoon een foto. Diep in de ventilatieschacht zit het nest, gemaakt met plukken (honden)haar. De staart van de broedende moeder staat fier omhoog.



Henny zorgt voor een schemerlampje in de wc en ik plak een briefje op de knop.



We volgen het af en aan vliegen van de ouders en zorgen dat er genoeg voer in de buurt is, vetblokken met gedroogde insecten en meelwormen.



Helaas hebben we het uitvliegen gemist. Of was er geen uitvliegen? Ze vlogen op een gegeven moment steeds minder naar binnen.
We weten het niet. Je hoort veel verhalen over dode meesjes n.a.v. bijvoorbeeld gif tegen de buxusmot. Niet dat ik weet of buren buxus hebben of gif spuiten, maar we wonen wel in een omgeving waar gif gebruikt wordt op de akkers.
Over een poosje maar eens het nest bekijken of er eventueel dode meesjes in liggen.
Er vliegen wel heel veel jonge meesjes in de tuin, constant horen we hun hoge gekwetter en zien ze heen en weer vliegen.

Afgelopen maandag zag ik opeens een koolmeesje op het stoepje bij het tuinhuis zitten.
Toen ik voorzichtig dichterbij kwam vloog hij niet weg, hij bleef gewoon rustig zitten.
Was hij tegen de ruit gevlogen en zat even bij te komen?



Ik liet hem zitten en hield hem in de gaten en hoopte dat er ouders zouden komen.
Na een poosje maakte ik zijn snavel nat met wat water (had ik ergens gelezen). Hij liet me gewoon begaan, was niet bang of schrikachtig. Hij was nog jong, maar ook niet weer zo klein.
Hij zat daar maar en het werd avond. Ik besloot hem mee naar binnen te nemen. 's Nachts loopt er vaak een kat door onze tuin en dat zou het meesje niet overleven.



Hij liet zich gewoon oppakken. In een emmertje maakte ik een nestje van een doekje en zette hem daarin. Ik noemde hem Jodokus.
De volgende morgen zette ik hem weer buiten. Hij begon nu een beetje te bewegen en geluid te maken. Ik hoopte dat ouders het zouden horen. Hij zou vast wel honger hebben inmiddels.
Maar er kwam niemand. Hij kroop een beetje onder een plant, uit de zon en zat daar maar.


Uiteindelijk heb ik Faunavisie gebeld, een opvang-organisatie die hier vlakbij zit in Westernieland, met de vraag wat ik nog kan doen. We mochten hem brengen. Daar werd hij gevoerd en wordt verder verzorgd. Dat gaf wel rust.

Vanmorgen toen we de deur uitstapten lag er een dood koolmeesje bij de deur.
Ook hier weten we niet wat er gebeurt is, maar we denken dat deze tegen een raam gevlogen is.
Het went niet, zo'n dood vogeltje.
Wat een zorgen, al die meesjes.




Update 15 juni:

Mijn broer verwijderd het mezennest uit de ventilatieschacht, geen dode vogeltjes!
Alles is dus goed gegaan. Het was een groot nest, met mos en haren van schaap en hond en een plukje haar van een konijn of ree.
Daarna snel een roostertje voor het gat geplaatst.














Geen opmerkingen:

Een reactie posten