Deze paaszondag gaan we sinds lange tijd weer eens de provincie uit. Naar Het Nollenproject in Den Helder. Het is wel een eindje uit de buurt, twee uur heen en twee uur terug, maar dit stond al een tijdje op mijn wenslijstje.
Het is jammer dat er weinig zon is. Het licht is soms zo raar dat veel van mijn foto's vreemd flets worden, maar goed, ik moet het er maar mee doen en zoek de minst slechte uit.
Pas aan het eind van de middag komt er even een zonnetje door. Het is ook wat vroeg in het jaar, het lijkt me daar erg mooi in de zomer.
Het Nollenproject is een 14 hectare groot gebied aan de rand van Den Helder. Een nol is een andere naam voor duin.
Als we aan komen rijden zien we van afstand al vreemde bouwsels van cortenstaal. In 1980 trekt R.W. van de Wint zich terug en begint hier zijn kunstproject. Hij ontwierp bouwsels en de aanwezige bunkers werden omgevormd tot dragers voor zijn kunst, die ook weer gedragen worden door het landschap en zo is een totaal kunstwerk ontstaan met sculpturen en schilderingen en landschap.
R.W. van de Wint is in 2006 plotseling overleden aan een hartstilstand. Hij liet ongelofelijk veel gedetailleerde ontwerpen na en zijn beide zoons zetten zijn werk voort.
Als we de toegangspoort door lopen, komen we bij een gebouw dat voorheen zijn schildersatelier was. Nu is het een prettig gezellige ontvangstruimte, waar we te woord worden gestaan door lieve dames. Ik laat onze van te voren aangeschafte toegangsbewijzen op de smartphone zien en een van de dames scant het. We moeten samen lachen dat het deze grijze koppies toch maar lukt, dat moderne gedoe. Zij zegt nog dat je wel mee moet gaan, anders mis je van alles.
We zijn een van de eersten en kunnen op ons gemak koffie en gebak nemen, voordat de rondleiding begint.
In de hoek een klein filmzaaltje waar we o.a. de aflevering van het TV-programma Binnenstebuiten kunnen bekijken:
Hoewel wij dat niet wisten, is Ruud van de Wint bekend van de kunstwerken in de Tweede Kamer, genaamd ‘De oneindige ruimte’.
In De Nollen mag je alleen onder begeleiding van een gids en dat maakt de wandeling over het terrein nog specialer omdat je onderweg goede uitleg en mooie verhalen krijgt.
De vennen zijn speciaal gegraven voor de weerspiegeling van de beelden. Ook de maaipatronen horen bij het kunstwerk. Er komen zeldzame planten voor, zoals Klein wintergroen.
Sommige bouwsels brengen je op het verkeerde been, zowel aan de buitenkant als binnenin. De wandeling is als een tocht door een wonderlijk magische wereld. Fantastisch en imposant. Je raakt in de war door het spel van zonlicht en schilderkunst, het betreden van de ruimtes in donker en licht. Intense kleuren van de schilderingen in de bunkers en nauwe gangetjes veranderen voortdurend met de lichtinval.
Ik voel me als in een andere wereld, het is een schitterende plek. Van der Wint gaf aan: ‘Niet de kunst zelf is het eindresultaat, eerder werkt ze als beitel die het wezenlijke kunstwerk in het hoofd doet ontstaan’.