Eind van de zomer groeit een deel van de bloemen uit tot bessen of sleepruimen. Deze zijn de voorouder van de pruim.
Sleedoorn groeit vaak langs bosranden, in lichte loofbossen en als heggen.
De mooie blauwzwarte, licht bedauwde vruchten zijn erg wrang, ze bevatten veel tannine en zijn licht giftig. Ze worden eetbaar na de eerste nachtvorst of als de bessen een tijdje in de vriezer hebben gelegen. Een bekende verwerking is sleedoornjenever.
Van oudsher werd de sleedoorn, net als de meidoorn, gebruikt als natuurlijk prikkeldraad om het vee binnen het weiland te houden.
De sleedoorn is de boom van Samhain, het Keltische nieuwjaar en verbeeldt de donkere kant van het jaar en tegelijkertijd een nieuw begin. Zijn zusje de meidoorn is verbonden met het lentefeest Beltane om het terugkerende licht te vieren.
Toen we hier in 2018 kwamen wonen, heb ik vrij snel een Sleedoorn geplant, wel een heel kleintje. Nu, zes jaar later zitten er eindelijk bessen aan, een stuk of tien. Het is een beginnetje. Maar ik wil zo graag eens jam van sleedoorn maken en dan heb ik wel wat meer nodig.
In een dorpje vlakbij, Molenrij, bevindt zich 't Waddenwoud. De eigenaars hebben het overgenomen van De Fledder, een voormalige vlier- en duindoornkwekerij.
Het is een fantastisch mooie plek, van zo'n 8.000 m2, wat een voedselbos in wording is. Het is onderdeel van Het Krasse Kruid en vakantieappartement De Sokkeraai. Lang voordat we wisten dat we hier zouden gaan wonen, hebben we daar eens gelogeerd, in 2011, dertien jaar geleden!
Van de eigenaars mocht ik daar sleedoorn plukken. Twee flinke vergieten vol, gewassen en hup, in de vriezer.
Een deel heb ik niet ingevroren, maar op pekelwater gezet, om ‘sleedoornolijven’ te maken. Die moeten zo'n vier maanden trekken. Ben benieuwd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Graag geen anonieme reacties!