zondag 8 november 2020

Abelstok in november

Ben je al in het bos van Adelstok geweest? Dat vroeg Harry Niehof een poosje geleden.

Nee … dat is toch een gemaal? Daar rijden we regelmatig langs. 

Nee het is veel meer, het is ook een prachtig bosje, een verwilderde boomgaard met een mysterieuze geschiedenis. Met eeuwenoude sages tot verhalen over de commune met zijn hippies in de jaren 70.


Vandaag zijn de weersvoorspellingen erg goed en we besluiten naar Abelstok te fietsen.

Gevulde picknicktas mee.



We zijn er zo, het is amper een half uurtje fietsen.


We zetten de fietsen tegen een paaltje en gaan te voet verder. We worden steeds enthousiaster. Gelukkig hebben we van te voren informatie over deze plek gelezen en weten we zodoende de achtergrond van deze plek en de fruitbomen.

Hier de links die ik van te voren gelezen heb: 1, 2, 3, 4, 5.


Onze mond valt open … hoe mooi en grillig fruitbomen worden als je er niets aan doet. En toch volop fruit dragend. Dat werpt direct een ander licht op de gebruikelijke snoei adviezen!


We zien wel dat er veel verschillende appelsoorten zijn, de grond ligt vol, maar helaas zijn de meesten aangevreten of al aan het rotten. Ik neem me voor om volgend jaar iets eerder te gaan.


Voor Groningse begrippen is het druk, we komen enkele gezinnetjes tegen en bij de brug in de vorm van een picknickplaats staat een man met een grote hond. Hij begint een praatje. Ik vraag waar de boerderij oorspronkelijk gestaan heeft.

Hij vraagt waarom we dat willen weten, waren we hier misschien in die hippietijd?

Ik ben even van m’n à propos … maar als ik naar mijn langharige Henny kijk, snap ik zijn vraag wel.

Nee hoor, we zijn hier voor de eerste keer, we zijn gewoon geïnteresseerd.

Hij woont in de buurt en vertelt wat hij nog weet uit die tijd. Leuk hoor, zo’n ontmoeting.


foto Lambert Kamps


Als we de brug over zijn zien we nu meer perenbomen, vooral stoofperen. Er liggen er genoeg en ook in de bomen hangt nog veel.



Daarna komen weer vele appelbomen. O, o, al die appels op de grond. Ik vind een onaangetaste en we proeven. Lichtzuur. Lekker hoor. Zo’n smaak vind je niet in een supermarkt, daar zijn de meeste appels mierzoet en de friszure, zoals Granny Smith, komen van ver.

Wat zou deze goed in appeltaart passen. Zoals gezegd, volgend jaar maar eens tijdig wat appels halen daar.



We wandelen begeesterd verder door dit sprookjesachtige bos met zijn kunstzinnige bomen en buitengewone geschiedenis.














Al we een bankje in de zon zien, gaan we picknicken. Ik heb een thermosflesje met groentebouillon, boterhammen en boterkoek. Het is hier heel stil, behalve het gekwetter van Kramsvogels, die komen natuurlijk op de appels af. We zijn reuzeblij dat we deze plek nu kennen.


Via Eenrum, Nijenklooster en Het Bultje rijden we weer terug naar huis, even flink doortrappen, want hoewel we nog naar die prachtige lage zon kijken, is het over een uur, om kwart voor vijf, gewoon donker. En als het donker is, is het ook echt donker hier! En dat fietst niet fijn met onze stadse fietslampjes.











2 opmerkingen:

  1. Het lijkt wel op Ierland, prachtig.
    Liefs Jan(Wilde een Tuin)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een prachtig, wild stuk bos is dat geworden. En zo lekker dichtbij voor jullie!
    Hartelijke groeten, Zem.

    BeantwoordenVerwijderen