Deze markt vindt plaats aan het Boterdiep.
Terwijl ik kraampjes bekijk en me omdraai en kijk waar Man is, zie ik dat hij met iemand staat te praten. Maar wie dan? Ik kom dichterbij o, verrassing, het is Bert Hadders. Hij is terug uit Eerste Exloërmond en zorgt hier onder de Ufo voor de muziek. Hoe toevallig kan het wezen. Hij zegt dat er vanavond feest is in de Silo, achter het station. Misschien gaan we wel even.
Ik hou wel van dit soort markten, jammer, het loopt al een beetje op z’n eind.
Ik maak praatjes met vriendelijke kraamhouders. Bij een kraam met bonen zie ik een speciaal boontje, is het het heilig boontje? Nee, want daar moet Maria op staan.
Volgens de marktkoopman is het de soldatenboon, ook wel adelaarsboon genoemd. Als je goed kijkt zie je inderdaad een soldaat of een adelaar. Na speuren op het internet wordt het ook heilig boon genoemd. Man vond het meer op een motorrijder lijken.
Ik koop een zakje met gemengde soorten bonen. De marktkoopman schrijft op het zakje wat het is:
Boterboon, volgens hem die zwarte, volgens mij heten die gewoon ‘zwarte bonen’. Bij boterbonen denk ik aan witte.
Kievitboon, die gespikkelde.
Rotte keutel (!), de bruine.
En de witte met het plaatje erop dus de soldatenboon.
Ik vind het wel leuk om met hem te bomen over bonen.
Ik ga er thuis een gerechtje van maken, en een paar bewaren om te zaaien.
We gaan naar binnen, ik vraag aan de kastelein een witte wijn, droge graag. Hij kijkt mij vorsend aan en zegt: ik heb maar èèn soort. Is het erg zoet, vraag ik, en hij zegt proef maar even.
Naast me hangt een vrouw op de barkruk, ze kijkt me met lodderige ogen aan en zegt boos: Dit is een volkskroeg!
Je ziet haar denken: Mens zeik niet over de wijn. De kastelein probeert haar te sussen, maar ze blijft bliksemschichtjes uit haar ogen naar me sturen. Ze zegt nog eens nadrukkelijk: Dit is een Volkskroeg! Ik neem de wijn, hij smaakt best lekker en ik zeg tegen haar: wij zijn ook volk hoor! Wat krijgen we nou, ik, kind uit een rood arbeidersnest, word hier effe ontvolkt, in café Amicitia! Hoe boterdiep kan je zinken?
’s Avonds gaan we een hapje eten bij d’Ouwe Brandweer, helemaal niet verkeerd en later op de avond lopen we naar de Silo. Bert is daar deejay.
We worden even in de tijd teruggeworpen. Een sloop- of kraakpand, een stempeltje op je hand.
De meeste bezoekers zijn van ongeveer ‘onze leeftijd’, het is er wel gezellig. Veel mensen ‘op zoek’. Als Man even wat uit m’n buurt staat, heb ik direct contact met diverse heren. Best leuke.
We weten niet of we hier nou te jong of te oud voor zijn. Het soort muziek dat Bert draait is niet zo mijn muziek, maar hij weet wel goed wat het publiek wil.
Er treedt ook nog een band op, de Beatles Tribute Band Rubber Soul,
Wel pech voor ze dat er een box uitviel.
Ik vond het wel leuk om een keer mee te maken, maar de vermoeidheid slaat toe na deze lange dag en we zoeken ons hotelbed op.
Wat mij opvalt dat jullie zoveel ondernemen in de provincie. Uitjes waar wij als rasechte Groningers nog nooit van hebben gehoord. Plannen jullie dit van te voren, of wacht je af, wat er op je pad komt...?
BeantwoordenVerwijderengroetjes, Janny
Beide Janny, ik snuffel veel op het internet. Als mensen horen dat we uit het westen komen zeggen ze vaak: ben je al daar en daar geweest? Leuke tips schrijf ik meestal gelijk op.
BeantwoordenVerwijderen